Overzicht
Engels naar Nederlands:   Meer gegevens...
  1. rectors:
  2. rector:


Engels

Uitgebreide vertaling voor rectors (Engels) in het Nederlands

rectors:

rectors [the ~] zelfstandig naamwoord

  1. the rectors (headmasters; principals)
    de rectoren
    • rectoren [de ~] zelfstandig naamwoord, mv.

Vertaal Matrix voor rectors:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
rectoren headmasters; principals; rectors

Verwante woorden van "rectors":


rectors vorm van rector:

rector [the ~] zelfstandig naamwoord

  1. the rector (principal; head teacher)
    de schooldirecteur; het hoofd; de rector; het schoolhoofd; de hoofdonderwijzer

Vertaal Matrix voor rector:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
hoofd head teacher; principal; rector beginning; beginning of a letter; boss; captain; centurion; chief; chieftain; commander; head; head of a human being; headman; leader; sphere; superior; tribal chief
hoofdonderwijzer head teacher; principal; rector
rector head teacher; principal; rector
schooldirecteur head teacher; principal; rector
schoolhoofd head teacher; principal; rector
- curate; minister; minister of religion; parson; pastor
BijwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
hoofd principal

Verwante woorden van "rector":


Synoniemen voor "rector":


Verwante definities voor "rector":

  1. a person authorized to conduct religious worship1