Recall in het Nederlands vertaald uit het Engels

Remove Ads

Overzicht

Engels naar Nederlands: Meer gegevens...

recall:
- herroepen; terugkomen op; intrekken; terugnemen; terughalen; terugroepen; zijn woorden terugnemen
- terugroeping; terugroep; rappelleren; terugroepen
Wiktionary:
- recall → herinneren
- recall → herstellen, terugbrengen, herplaatsen, terugplaatsen, terugvoeren

Engels

Uitgebreide vertaling voor recall (Engels) in het Nederlands

recall:

to recall werkwoord (recalls, recalled, recalling)

to recall (revoke; repeal; reverse; recant)
herroepen; terugkomen op; intrekken; terugnemen
- herroepen werkwoord (herroep, herroept, herriep, herroepen)
- terugkomen op werkwoord
- intrekken werkwoord (trek in, trekt in, trok in, trokken in, ingetrokken)
- terugnemen werkwoord (neem terug, neemt terug, nam terug, namen terug, teruggenomen)
to recall (call back)
terughalen; terugroepen
- terughalen werkwoord (haal terug, haalt terug, haalde terug, haalden terug, teruggehaald)
- terugroepen werkwoord (roep terug, roept terug, riep terug, riepen terug, teruggeroepen)
to recall (revoke; reverse; repeal; recant)
intrekken; herroepen; terugkomen op; zijn woorden terugnemen
- intrekken werkwoord (trek in, trekt in, trok in, trokken in, ingetrokken)
- herroepen werkwoord (herroep, herroept, herriep, herroepen)
- terugkomen op werkwoord
- zijn woorden terugnemen werkwoord

Conjugations for recall:

present

recall
recall
recalls
recall
recall
recall

simple past

recalled
recalled
recalled
recalled
recalled
recalled

present perfect

have recalled
have recalled
has recalled
have recalled
have recalled
have recalled

past continuous

was recalling
were recalling
was recalling
were recalling
were recalling
were recalling

future

shall recall
will recall
will recall
shall recall
will recall
will recall

continuous present

am recalling
are recalling
is recalling
are recalling
are recalling
are recalling

subjunctive

be recalled
be recalled
be recalled
be recalled
be recalled
be recalled

diverse

recall!
let's recall!
recalled
recalling

1. I, 2. you, 3. he/she/it, 4. we, 5. you, 6. they

recall [the ~] zelfstandig naamwoord

the recall (curtain call)
de terugroeping
- terugroeping [de ~ (v)] zelfstandig naamwoord
the recall
terugroep
- terugroep [znw.] zelfstandig naamwoord
the recall
rappelleren
- rappelleren [znw.] zelfstandig naamwoord
the recall (call back)
terugroepen
- terugroepen [znw.] zelfstandig naamwoord

Vertaal Matrix voor recall:

Zelfstandig Naamwoord	Verwante vertalingen	Andere vertalingen
herroepen		lifting; revoking; withdrawal
intrekken		lifting; revoking; withdrawal
rappelleren	recall
terugnemen		lifting; revoking; withdrawal
terugroep	recall
terugroepen	call back; recall
terugroeping	curtain call; recall
-	callback; recollection; reminiscence
Werkwoord	Verwante vertalingen	Andere vertalingen
herroepen	recall; recant; repeal; reverse; revoke	revoke
intrekken	recall; recant; repeal; reverse; revoke	annul; cancel; rescind
rappelleren		remind forcefully; remind strongly; urge
terughalen	call back; recall
terugkomen op	recall; recant; repeal; reverse; revoke
terugnemen	recall; recant; repeal; reverse; revoke
terugroepen	call back; recall	revoke
zijn woorden terugnemen	recall; recant; repeal; reverse; revoke
-	call back; call in; call up; come back; echo; hark back; recollect; remember; retrieve; return; think; withdraw

Verwante definities voor "recall":

the act of removing an official by petition¹
the process of remembering (especially the process of recovering information by mental effort)¹
- he has total recall of the episode¹
a bugle call that signals troops to return¹
a call to return¹
- the recall of our ambassador¹
a request by the manufacturer of a defective product to return the product (as for replacement or repair)¹
recall knowledge from memory; have a recollection¹
cause one's (or someone else's) thoughts or attention to return from a reverie or digression¹
- She was recalled by a loud laugh¹
summon to return¹
- The ambassador was recalled to his country¹
go back to something earlier¹
cause to be returned¹
- recall the defective auto tires¹
make unavailable; bar from sale or distribution¹
- The company recalled the product when it was found to be faulty¹
call to mind¹

Wiktionary: recall

recall

verb

to remember, recollect
- recall → herinneren

Cross Translation:

From	To	Via
• recall	→ herstellen; terugbrengen; herplaatsen; terugplaatsen; terugvoeren	↔ ramener — amener de nouveau.

Verwante vertalingen van recall

Remove Ads

Vertaal recall van Engels naar Nederlands

Uitgebreide vertaling voor recall (Engels) in het Nederlands

recall:

to recall werkwoord (recalls, recalled, recalling)

to recall (revoke; repeal; reverse; recant)

to recall (call back)

to recall (revoke; reverse; repeal; recant)

Conjugations for recall:

present

simple past

present perfect

past continuous

future

continuous present

subjunctive

diverse

recall [the ~] zelfstandig naamwoord

the recall (curtain call)

the recall

the recall

the recall (call back)

Vertaal Matrix voor recall:

Verwante woorden van "recall":

Synoniemen voor "recall":

Antoniemen van "recall":

Verwante definities voor "recall":

Wiktionary: recall

Verwante vertalingen van recall