Rally in het Nederlands vertaald uit het Engels

Overzicht

Engels naar Nederlands: Meer gegevens...

rally:
- actie; publieke betoging; protestbijeenkomst; sterrit
Wiktionary:
- rally → verzamelen, herstellen
- rally → samenkomst, aanbrengen, werven, aanwerven, buitmaken, behalen, verkrijgen, verwerven, verdienen, winnen, recruteren

Engels

Uitgebreide vertaling voor rally (Engels) in het Nederlands

the rally (public protest; campaign; protest; demonstration)
de actie; publieke betoging; de protestbijeenkomst
- actie [de ~ (v)] zelfstandig naamwoord
- publieke betoging [znw.] zelfstandig naamwoord
- protestbijeenkomst [de ~ (v)] zelfstandig naamwoord
the rally
de sterrit
- sterrit [de ~ (m)] zelfstandig naamwoord

Zelfstandig Naamwoord	Verwante vertalingen	Andere vertalingen
actie	campaign; demonstration; protest; public protest; rally	act; action; deed
protestbijeenkomst	campaign; demonstration; protest; public protest; rally
publieke betoging	campaign; demonstration; protest; public protest; rally
sterrit	rally
-	exchange; mass meeting; rallying
Werkwoord	Verwante vertalingen	Andere vertalingen
-	beat up; call up; come up; drum up; mobilise; mobilize; muster; muster up; rebound; summon

mass meeting; gathering; assemblage
rallying; deed; feat; effort; exploit
convalescence; recuperation; recovery
automobile race; auto race; car race
exchange; group action
beat up; drum up; collect; pull in
call up; mobilize; mobilise; call; send for
muster; summon; come up; muster up; gather; garner; pull together
rebound; recover; go back; recuperate
tease; razz; rag; cod; tantalize; tantalise; bait; taunt; twit; ride; mock; bemock

the feat of mustering strength for a renewed effort¹
- he singled to start a rally in the 9th inning¹
(sports) an unbroken sequence of several successive strokes¹
- after a short rally Connors won the point¹
an automobile race run over public roads¹
a large gathering of people intended to arouse enthusiasm¹
a marked recovery of strength or spirits during an illness¹
return to a former condition¹
- The jilted lover soon rallied and found new friends¹
- The stock market rallied¹
call to arms; of military personnel¹
gather or bring together¹
- she rallied her intellect¹
gather¹

rally

verb

Cross Translation:

From	To	Via
• rally	→ samenkomst	↔ Zusammenkunft — das Treffen mehrer Menschen, um etwas bestimmtes zu tun
• rally	→ aanbrengen; werven; aanwerven	↔ enrôler — inscrire sur les rôles de l’armée de terre ou de mer.
• rally	→ buitmaken; behalen; verkrijgen; verwerven; aanbrengen; werven; aanwerven; verdienen; winnen	↔ gagner — Traductions à trier suivant le sens
• rally	→ aanbrengen; werven; aanwerven; recruteren	↔ recruter — militaire\|fr lever des hommes pour le service militaire.