Home ->Woordenboeken ->Engels/Nederlands ->Vertaal quiz

Vertaal quiz van Engels naar Nederlands

Overzicht

Engels naar Nederlands: Meer gegevens...

quiz:
- quiz; kwis
Wiktionary:
- quiz → quiz
- quiz → quiz, overhoren, uithoren, uitvragen

Engels

Uitgebreide vertaling voor quiz (Engels) in het Nederlands

quiz:

quiz [the ~] zelfstandig naamwoord

the quiz
de quiz; kwis
- quiz [de ~ (m)] zelfstandig naamwoord
- kwis [znw.] zelfstandig naamwoord

Vertaal Matrix voor quiz:

Zelfstandig Naamwoord	Verwante vertalingen	Andere vertalingen
kwis	quiz
quiz	quiz
Werkwoord	Verwante vertalingen	Andere vertalingen
-	test

Verwante woorden van "quiz":

quizzes

Synoniemen voor "quiz":

examination; exam; test
test; examine

Verwante definities voor "quiz":

an examination consisting of a few short questions¹
examine someone's knowledge of something¹
- We got quizzed on French irregular verbs¹

Wiktionary: quiz

quiz

noun

competition in the answering of questions
- quiz → quiz

quiz

noun

een spel waarbij de deelnemers vragen moeten proberen te beantwoorden
- quiz → quiz

Cross Translation:

From	To	Via
• quiz	→ quiz	↔ Quiz — Frage-und-Antwort-Spiel, bei der die Antworten meist innerhalb einer vorgeschriebenen Zeit gegeben werden müssen
• quiz	→ overhoren; uithoren; uitvragen	↔ interroger — questionner quelqu’un sur une chose ou des choses précises qu’il doit connaître ou qu’il est présumer connaître et à propos desquelles il est obliger de répondre.

¹WordNet 3.0 Copyright 2006 by Princeton University