Quantity in het Nederlands vertaald uit het Engels

Overzicht

Engels naar Nederlands: Meer gegevens...

quantity:
- hoeveelheid; kwantiteit; aantal; partij; kwantum; quantum; dosis; portie
Wiktionary:
- quantity → hoeveelheid, kwantiteit
- quantity → hoeveelheid, kwantiteit, boel, grootheid, sterkte

Engels

Uitgebreide vertaling voor quantity (Engels) in het Nederlands

the quantity (number; amount; dose; size)
de hoeveelheid; de kwantiteit; het aantal
- hoeveelheid [de ~ (m)] zelfstandig naamwoord
- kwantiteit [de ~ (v)] zelfstandig naamwoord
- aantal [het ~] zelfstandig naamwoord
the quantity (parcel; lot)
de hoeveelheid; de partij
- hoeveelheid [de ~ (m)] zelfstandig naamwoord
- partij [de ~ (v)] zelfstandig naamwoord
the quantity (number; amount)
het kwantum; quantum
- kwantum [het ~] zelfstandig naamwoord
- quantum [znw.] zelfstandig naamwoord
the quantity (dose)
de dosis; de portie
- dosis [de ~ (v)] zelfstandig naamwoord
- portie [de ~ (v)] zelfstandig naamwoord

Zelfstandig Naamwoord	Verwante vertalingen	Andere vertalingen
aantal	amount; dose; number; quantity; size
dosis	dose; quantity
hoeveelheid	amount; dose; lot; number; parcel; quantity; size
kwantiteit	amount; dose; number; quantity; size	degree; extent; intensity
kwantum	amount; number; quantity
partij	lot; parcel; quantity	bunch; celebration; certain amount; competition; contest; faction; feast; football game; football match; game; gang; group; match; panel; party; play; political party; set; team; treat
portie	dose; quantity	part; portion; share
quantum	amount; number; quantity
-	amount; measure
Not Specified	Verwante vertalingen	Andere vertalingen
partij		lot
Over	Verwante vertalingen	Andere vertalingen
-	amount; quantum

how much there is or how many there are of something that you can quantify¹
an adequate or large amount¹
- he had a quantity of ammunition¹
the concept that something has a magnitude and can be represented in mathematical expressions by a constant or a variable¹

quantity

noun

fundamental, generic term used when referring to the measurement
- quantity → hoeveelheid; kwantiteit
indefinite amount of something
- quantity → hoeveelheid
specific measured amount
- quantity → hoeveelheid

quantity

noun

Cross Translation:

From	To	Via
• quantity	→ hoeveelheid; kwantiteit; boel; grootheid; sterkte	↔ quantité — Tout ce qui peut être mesurer ou nombré, de tout ce qui est susceptible d’accroissement ou de diminution.