Overzicht
Engels naar Nederlands:   Meer gegevens...
  1. putting off:


Engels

Uitgebreide vertaling voor putting off (Engels) in het Nederlands

putting off:

putting off [the ~] zelfstandig naamwoord

  1. the putting off (preventing; barring; stopping)
    beletten; weerhouden; afhouden
  2. the putting off (brushing off)
    afpoeieren

Vertaal Matrix voor putting off:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
afhouden barring; preventing; putting off; stopping
afpoeieren brushing off; putting off
beletten barring; preventing; putting off; stopping
weerhouden barring; preventing; putting off; stopping
WerkwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
afhouden avert; deduct; discourage; dissuade; fend off; hold back; keep off; keep out; lay off; obstruct; parry; prevent; restrain; stop
afpoeieren brush off
beletten discourage; dissuade; hold back; impede; keep from; obstruct; prevent; restrain; stop
weerhouden discourage; dissuade; hold back; obstruct; prevent; restrain; stop

Verwante vertalingen van putting off