Engels

Uitgebreide vertaling voor put-down (Engels) in het Nederlands

put-down:


Vertaal Matrix voor put-down:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
- squelch; squelcher; takedown

Synoniemen voor "put-down":

  • squelch; squelcher; takedown; derision

Verwante definities voor "put-down":

  1. a crushing remark1

put down:

to put down werkwoord (puts down, put down, putting down)

  1. to put down (deposit; lay; place; )
    leggen; plaatsen; zetten; deponeren; neerleggen; stationeren; neerzetten
    • leggen werkwoord (leg, legt, legde, legden, gelegd)
    • plaatsen werkwoord (plaats, plaatst, plaatste, plaatsten, geplaatst)
    • zetten werkwoord (zet, zette, zetten, gezet)
    • deponeren werkwoord (deponeer, deponeert, deponeerde, deponeerden, gedeponeerd)
    • neerleggen werkwoord (leg neer, legt neer, legde neer, legden neer, neergelegd)
    • stationeren werkwoord (stationeer, stationeert, stationeerde, stationeerden, gestationeerd)
    • neerzetten werkwoord (zet neer, zette neer, zetten neer, neergezet)
  2. to put down (lay; put; place)
    leggen; plaatsen; neerleggen; deponeren; wegleggen
    • leggen werkwoord (leg, legt, legde, legden, gelegd)
    • plaatsen werkwoord (plaats, plaatst, plaatste, plaatsten, geplaatst)
    • neerleggen werkwoord (leg neer, legt neer, legde neer, legden neer, neergelegd)
    • deponeren werkwoord (deponeer, deponeert, deponeerde, deponeerden, gedeponeerd)
    • wegleggen werkwoord (leg weg, legt weg, legde weg, legden weg, weggelegd)
  3. to put down (place; put; locate; add; situate)
    plaatsen; zetten; bijzetten; neerzetten
    • plaatsen werkwoord (plaats, plaatst, plaatste, plaatsten, geplaatst)
    • zetten werkwoord (zet, zette, zetten, gezet)
    • bijzetten werkwoord (zet bij, zette bij, zetten bij, bijgezet)
    • neerzetten werkwoord (zet neer, zette neer, zetten neer, neergezet)
  4. to put down (put someone off; drop)
    afzetten; laten uitstappen

Conjugations for put down:

present
  1. put down
  2. put down
  3. puts down
  4. put down
  5. put down
  6. put down
simple past
  1. put down
  2. put down
  3. put down
  4. put down
  5. put down
  6. put down
present perfect
  1. have put down
  2. have put down
  3. has put down
  4. have put down
  5. have put down
  6. have put down
past continuous
  1. was putting down
  2. were putting down
  3. was putting down
  4. were putting down
  5. were putting down
  6. were putting down
future
  1. shall put down
  2. will put down
  3. will put down
  4. shall put down
  5. will put down
  6. will put down
continuous present
  1. am putting down
  2. are putting down
  3. is putting down
  4. are putting down
  5. are putting down
  6. are putting down
subjunctive
  1. be put down
  2. be put down
  3. be put down
  4. be put down
  5. be put down
  6. be put down
diverse
  1. put down!
  2. let's put down!
  3. put down
  4. putting down
1. I, 2. you, 3. he/she/it, 4. we, 5. you, 6. they

Vertaal Matrix voor put down:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
afzetten amputating; amputation; removing; taking
leggen laying work aside; laying work down
neerleggen putting down; shooting down; shooting to death
neerzetten putting down
zetten composing; composing work; mounting; placing; printing work; setting; type setting
WerkwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
afzetten drop; put down; put someone off amputate; be deceived; be duped; border; bring to a halt; bring to a standstill; cheat; clearly define; deceive; define; demarcate; diddle; disconnect; dodge; drop off somewhere; edge; extinguish; fence; fence in; fence off; fool; halt; hoodwink; lie; make out; map out; mark out; matter; outline; put out; set out; stop; swindle; switch off; trace out; trick; turn off; woodwink
bijzetten add; locate; place; put; put down; situate
deponeren deposit; lay; laydown; place; put; put down; set; set down; situate; station deposit; lay up; placing; put; put up; remit; secure; stock; store
laten uitstappen drop; put down; put someone off
leggen deposit; lay; laydown; place; put; put down; set; set down; situate; station lay; place; put
neerleggen deposit; lay; laydown; place; put; put down; set; set down; situate; station bring down; deposit; placing; take down
neerzetten add; deposit; lay; laydown; locate; place; put; put down; set; set down; situate; station
plaatsen add; deposit; lay; laydown; locate; place; put; put down; set; set down; situate; station accomodate someone; allocate; assemble; board; construct; fit; instal; install; lay; locate; lodge; offer someone lodges; place; position; post; put; set; set up; shelter; situate; station
stationeren deposit; lay; laydown; place; put down; set; set down; situate; station station
wegleggen lay; place; put; put down
zetten add; deposit; lay; laydown; locate; place; put; put down; set; set down; situate; station lay; place; position; put; situate
- bring down; degrade; demean; destroy; discharge; disgrace; drop; drop off; enter; get down; land; lay; place down; record; repose; set down; take down; unload; write down
OverVerwante vertalingenAndere vertalingen
- dish up; organise; organize; put up; repress; shorten; surpress

Synoniemen voor "put down":


Verwante definities voor "put down":

  1. make a record of; set down in permanent form1
  2. put down in writing; of texts, musical compositions, etc.1
  3. put (an animal) to death1
    • the sick cat had to be put down1
  4. leave or unload1
  5. cause to sit or seat or be in a settled position or place1
  6. put in a horizontal position1
  7. reduce in worth or character, usually verbally1
    • She tends to put down younger women colleagues1
  8. cause to come to the ground1

Wiktionary: put down

put down
verb
  1. tot een einde brengen
  2. met een overdosis slaapmiddel een dier laten overlijden
  3. iets op een lagere plek plaatsen

Cross Translation:
FromToVia
put down slachten abattre — Tuer un animal.
put down aanwenden; benutten; gebruiken; aandoen; aantrekken; opleggen; opbrengen; aanbrengen; leggen; steken; plaatsen; stellen; stoppen; zetten; doen; doorvoeren; in toepassing brengen; toepassen; aanzetten; voordoen appliquermettre une chose sur une autre, soit pour qu’elle y demeure adhérente, être pour qu’elle y laisser une empreinte, soit simplement pour qu’elle y toucher.
put down telegraferen; verzenden; afgeven; deponeren; in bewaring geven; inleggen déposer — Traductions à trier suivant le sens
put down bergen; bewaren; opbergen; wegleggen; wegzetten; blootstellen; etaleren; uitbrengen; uitstallen; afdoen; afleggen; afzetten; uitdoen; uitkrijgen; uittrekken enlever — Déplacer vers le haut.
put down aandoen; aantrekken; opleggen; opbrengen; aanbrengen; leggen; steken; plaatsen; stellen; stoppen; zetten; doen; indoen; inleggen; inzetten mettreplacer une personne, ou un animal, ou une chose dans un lieu déterminé.

Verwante vertalingen van put-down