Put aside in het Nederlands vertaald uit het Engels

Remove Ads

Overzicht

Engels naar Nederlands: Meer gegevens...

put aside:
- reserveren; behouden; opzijleggen; achterhouden; terughouden; voorbehouden; reis boeken; vastleggen; bespreken; opzijzetten
- gereserveerd; opzijgezet
Wiktionary:
- put aside → sparen
- put aside → sparen

Engels

Uitgebreide vertaling voor put aside (Engels) in het Nederlands

put aside:

to put aside werkwoord (puts aside, put aside, putting aside)

to put aside (reserve; set aside; put away)
reserveren; behouden; opzijleggen; achterhouden; terughouden
- reserveren werkwoord (reserveer, reserveert, reserveerde, reserveerden, gereserveerd)
- behouden werkwoord (behoud, behoudt, behield, behielden, behouden)
- opzijleggen werkwoord (leg opzij, legt opzij, legde opzij, legden opzij, opzij gelegd)
- achterhouden werkwoord (houd achter, houdt achter, hield achter, hielden achter, achtergehouden)
- terughouden werkwoord (houd terug, houdt terug, hield terug, hielden terug, teruggehouden)
to put aside (reserve; allocate; set aside; put away)
voorbehouden; reserveren
- voorbehouden werkwoord (behoud voor, behoudt voor, behield voor, behielden voor, voorbehouden)
- reserveren werkwoord (reserveer, reserveert, reserveerde, reserveerden, gereserveerd)
to put aside (make reservations; reserve; allocate; set aside; put away)
reserveren; reis boeken; vastleggen; bespreken
- reserveren werkwoord (reserveer, reserveert, reserveerde, reserveerden, gereserveerd)
- reis boeken werkwoord
- vastleggen werkwoord (leg vast, legt vast, legde vast, legden vast, vastgelegd)
- bespreken werkwoord (bespreek, bespreekt, besprak, bespraken, besproken)
to put aside (set aside)
opzijzetten
- opzijzetten werkwoord (zet opzij, zette opzij, zetten opzij, opzij gezet)

Conjugations for put aside:

present

put aside
put aside
puts aside
put aside
put aside
put aside

simple past

put aside
put aside
put aside
put aside
put aside
put aside

present perfect

have put aside
have put aside
has put aside
have put aside
have put aside
have put aside

past continuous

was putting aside
were putting aside
was putting aside
were putting aside
were putting aside
were putting aside

future

shall put aside
will put aside
will put aside
shall put aside
will put aside
will put aside

continuous present

am putting aside
are putting aside
is putting aside
are putting aside
are putting aside
are putting aside

subjunctive

be put aside
be put aside
be put aside
be put aside
be put aside
be put aside

diverse

put aside!
let's put aside!
put aside
putting aside

1. I, 2. you, 3. he/she/it, 4. we, 5. you, 6. they

put aside bijvoeglijk naamwoord

put aside (set aside; reserved; kept for)
gereserveerd; opzijgezet
- gereserveerd bijvoeglijk naamwoord
- opzijgezet bijvoeglijk naamwoord

Vertaal Matrix voor put aside:

Zelfstandig Naamwoord	Verwante vertalingen	Andere vertalingen
bespreken		discussing; talking about
Werkwoord	Verwante vertalingen	Andere vertalingen
achterhouden	put aside; put away; reserve; set aside	blur; conceal; disguise; gloss over; hide; hush up; mantle; nick; pinch; restrain; snitch; steal; suppress; veil
behouden	put aside; put away; reserve; set aside	conserve; guard; keep; keep up; maintain; preserve; protect; provide for; retain; shield; support
bespreken	allocate; make reservations; put aside; put away; reserve; set aside	comment; discuss; review; speak about; talk about; talk it over
opzijleggen	put aside; put away; reserve; set aside
opzijzetten	put aside; set aside
reis boeken	allocate; make reservations; put aside; put away; reserve; set aside
reserveren	allocate; make reservations; put aside; put away; reserve; set aside
terughouden	put aside; put away; reserve; set aside	crush; fend off; keep back; keep in control; keep off; lay off; parry; pulverise; pulverize; recant; retract; revoke; rub fine; subdue; suppress; take back; withhold
vastleggen	allocate; make reservations; put aside; put away; reserve; set aside	anchor; book; chain; enter into; fasten; fasten to a rope; fetter; fix; fix deposit; inscribe; legally bind; list; moor; note; note down; put on fixed deposit; record; register; secure; sign up; tie; tie up; write down
voorbehouden	allocate; put aside; put away; reserve; set aside
-	put away
Bijvoeglijk Naamwoord	Verwante vertalingen	Andere vertalingen
gereserveerd	kept for; put aside; reserved; set aside	aloof; reserved; reticent
Bijwoord	Verwante vertalingen	Andere vertalingen
opzijgezet	kept for; put aside; reserved; set aside

Synoniemen voor "put aside":

put away
interrupt; disrupt; break up; cut off

Verwante definities voor "put aside":

turn away from and put aside, perhaps temporarily¹
stop using¹

Wiktionary: put aside

put aside

verb

geld niet uitgeven
- sparen → save; put aside

Cross Translation:

From	To	Via
• put aside	→ sparen	↔ sparen — Geld für die spätere Verwendung ansammeln

Verwante vertalingen van put aside

aside
put

Remove Ads

Vertaal put aside van Engels naar Nederlands

Uitgebreide vertaling voor put aside (Engels) in het Nederlands

put aside:

to put aside werkwoord (puts aside, put aside, putting aside)

to put aside (reserve; set aside; put away)

to put aside (reserve; allocate; set aside; put away)

to put aside (make reservations; reserve; allocate; set aside; put away)

to put aside (set aside)

Conjugations for put aside:

present

simple past

present perfect

past continuous

future

continuous present

subjunctive

diverse

put aside bijvoeglijk naamwoord

put aside (set aside; reserved; kept for)

Vertaal Matrix voor put aside:

Synoniemen voor "put aside":

Verwante definities voor "put aside":

Wiktionary: put aside

Verwante vertalingen van put aside