Engels
Uitgebreide vertaling voor pupil (Engels) in het Nederlands
pupil:
-
the pupil (student; schoolboy; schoolgirl)
-
the pupil (ward)
-
the pupil (apprentice; trainee; disciple; follower; teacher-trainee; student; trainee-teacher)
-
the pupil (disciple; follower; shadower; imitator)
-
the pupil (student)
-
the pupil (apprentice)
het jongmaatje -
the pupil
Vertaal Matrix voor pupil:
Verwante woorden van "pupil":
Synoniemen voor "pupil":
Verwante definities voor "pupil":
Computer vertaling door derden: