Engels

Uitgebreide vertaling voor providing (Engels) in het Nederlands

providing:

providing [the ~] zelfstandig naamwoord

  1. the providing (procurement; facility; provision; )
    de voorziening; de verschaffing

Vertaal Matrix voor providing:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
verschaffing care; facility; furnishing; maintenance; nursing; procurement; providing; provision; service
voorziening care; facility; furnishing; maintenance; nursing; procurement; providing; provision; service decision; decree; facility; measure; provision; supply

Verwante woorden van "providing":


providing vorm van provide:

to provide werkwoord (provides, provided, providing)

  1. to provide (deliver; supply; bring; )
    leveren; bezorgen; aanleveren; brengen; afleveren; overhandigen; toeleveren
    • leveren werkwoord (lever, levert, leverde, leverden, geleverd)
    • bezorgen werkwoord (bezorg, bezorgt, bezorgde, bezorgden, bezorgd)
    • aanleveren werkwoord (lever aan, levert aan, leverde aan, leverden aan, aangeleverd)
    • brengen werkwoord (breng, brengt, bracht, brachten, gebracht)
    • afleveren werkwoord (lever af, levert af, leverde af, leverden af, afgeleverd)
    • overhandigen werkwoord (overhandig, overhandigt, overhandigde, overhandigden, overhandigd)
    • toeleveren werkwoord (lever toe, levert toe, leverde toe, leverden toe, toegeleverd)
  2. to provide (dispense; give; deliver; hand over to)
    verstrekken; verlenen; geven; schenken
    • verstrekken werkwoord (verstrek, verstrekt, verstrekte, verstrekten, verstrekt)
    • verlenen werkwoord (verleen, verleent, verleende, verleenden, verleend)
    • geven werkwoord (geef, geeft, gaf, gaven, gegeven)
    • schenken werkwoord (schenk, schenkt, schonk, schonken, geschonken)
  3. to provide (supply; furnish)
    – give something useful or necessary to 1
    verstrekken; verschaffen
    • verstrekken werkwoord (verstrek, verstrekt, verstrekte, verstrekten, verstrekt)
    • verschaffen werkwoord (verschaf, verschaft, verschafte, verschaften, verschaft)
  4. to provide
    verstrekken
    • verstrekken werkwoord (verstrek, verstrekt, verstrekte, verstrekten, verstrekt)
  5. to provide (deliver; bring; supply; )
    bezorgen; brengen; afleveren; bestellen; rondbrengen; thuisbezorgen
    • bezorgen werkwoord (bezorg, bezorgt, bezorgde, bezorgden, bezorgd)
    • brengen werkwoord (breng, brengt, bracht, brachten, gebracht)
    • afleveren werkwoord (lever af, levert af, leverde af, leverden af, afgeleverd)
    • bestellen werkwoord (bestel, bestelt, bestelde, bestelden, besteld)
    • rondbrengen werkwoord (breng rond, brengt rond, bracht rond, brachten rond, rondgebracht)
    • thuisbezorgen werkwoord (bezorg thuis, bezorgt thuis, bezorgde thuis, bezorgden thuis, thuisbezorgd)
  6. to provide (furnish)
    – give something useful or necessary to 1
    fourneren
    • fourneren werkwoord (fourneer, fourneert, fourneerde, fourneerden, gefourneerd)

Conjugations for provide:

present
  1. provide
  2. provide
  3. provides
  4. provide
  5. provide
  6. provide
simple past
  1. provided
  2. provided
  3. provided
  4. provided
  5. provided
  6. provided
present perfect
  1. have provided
  2. have provided
  3. has provided
  4. have provided
  5. have provided
  6. have provided
past continuous
  1. was providing
  2. were providing
  3. was providing
  4. were providing
  5. were providing
  6. were providing
future
  1. shall provide
  2. will provide
  3. will provide
  4. shall provide
  5. will provide
  6. will provide
continuous present
  1. am providing
  2. are providing
  3. is providing
  4. are providing
  5. are providing
  6. are providing
subjunctive
  1. be provided
  2. be provided
  3. be provided
  4. be provided
  5. be provided
  6. be provided
diverse
  1. provide!
  2. let's provide!
  3. provided
  4. providing
1. I, 2. you, 3. he/she/it, 4. we, 5. you, 6. they

Vertaal Matrix voor provide:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
afleveren delivering; turning out
bestellen ordering
leveren provisioning; supplying
WerkwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
aanleveren bring; bring around; deliver; furnish; provide; put up for shipment; send; ship; supply
afleveren bring; bring around; deliver; furnish; give; hand over to; provide; put up for shipment; send; send round; ship; supply bring; deliver; deliver to the door; hand over; leave
bestellen bring; bring around; deliver; furnish; give; hand over to; provide; send; send round; ship; supply bring; deliver; deliver to the door; hand over; leave; order
bezorgen bring; bring around; deliver; furnish; give; hand over to; provide; put up for shipment; send; send round; ship; supply bring; deliver; deliver to the door; hand over; leave
brengen bring; bring around; deliver; furnish; give; hand over to; provide; put up for shipment; send; send round; ship; supply bring; bring along; carry; deliver; deliver to the door; hand over; leave
fourneren furnish; provide
geven deliver; dispense; give; hand over to; provide administer; apply; delate; deliver up; donate; extend; give; give to; hand; hand over; nurse; offer; pass; pour in; present with
leveren bring; bring around; deliver; furnish; provide; put up for shipment; send; ship; supply deliver; do s.o. a bad turn; put it over on s.o.
overhandigen bring; bring around; deliver; furnish; provide; put up for shipment; send; ship; supply bring; delate; deliver; deliver to the door; deliver up; extend; give; give to; hand; hand in; hand over; leave; offer; pass; present with; surrender; turn in
rondbrengen bring; bring around; deliver; furnish; give; hand over to; provide; send; send round; ship; supply
schenken deliver; dispense; give; hand over to; provide add; bestow; donate; give; give a present; grant; offer; pour; pour some more; sprinkle
thuisbezorgen bring; bring around; deliver; furnish; give; hand over to; provide; send; send round; ship; supply bring; deliver; deliver to the door; hand over; leave
toeleveren bring; bring around; deliver; furnish; provide; put up for shipment; send; ship; supply
verlenen deliver; dispense; give; hand over to; provide authorise; authorize; grant; permit
verschaffen furnish; provide; supply
verstrekken deliver; dispense; furnish; give; hand over to; provide; supply administer; apply; nurse; pour in
- allow; allow for; bring home the bacon; cater; furnish; leave; offer; ply; put up; render; supply

Verwante woorden van "provide":


Synoniemen voor "provide":


Verwante definities voor "provide":

  1. take measures in preparation for1
    • provide for the proper care of the passengers on the cruise ship1
  2. determine (what is to happen in certain contingencies), especially by including a proviso condition or stipulation1
    • The will provides that each child should receive half of the money1
    • The Constitution provides for the right to free speech1
  3. give what is desired or needed, especially support, food or sustenance1
    • The hostess provided lunch for all the guests1
  4. supply means of subsistence; earn a living1
    • He provides for his large family by working three jobs1
  5. give something useful or necessary to1
    • We provided the room with an electrical heater1
  6. mount or put up1
  7. make a possibility or provide opportunity for; permit to be attainable or cause to remain1
    • This procedure provides for lots of leeway1

Wiktionary: provide

provide
verb
  1. to give what is needed or desired
  2. to furnish with
provide
verb
  1. benodigdheden beschikbaar maken
  2. voorzorgen treffen

Cross Translation:
FromToVia
provide beschikbaar bereitstellen — dafür sorgen, dass jemand etwas benutzen kann; jemanden etwas zur Verfügung bereithalten
provide verstrekken liefern — (Informationen) recherchieren und weitergeben
provide verzorgen; zorgen versorgen — (transitiv) jemandem oder einer Sache Nötiges zuführen
provide bestellen; leveren; afleveren; toevoeren fournirpourvoir, approvisionner.
provide bestellen; leveren; afleveren; toevoeren; in de steek laten; laten varen; verlaten; vergeven; weggeven; wegschenken; aanbrengen; aangeven; klikken; verklikken livrer — Traductions à trier suivant le sens
provide bevoorraden; provianderen; spekken; stijven; voorzien van munirgarnir, pourvoir de ce qui est nécessaire ou utile en vue de tel ou tel objet.
provide bevoorraden; provianderen; spekken; stijven; voorzien van; voorzien in pourvoir — Aviser à quelque chose, y donner ordre, suppléer à ce qui manque. (Sens général)
provide bemiddelen; beleggen; houden; teweegbrengen; uitschrijven; aandoen; aanrichten; stichten; veroorzaken; uitreiken; verschaffen; verstrekken procurerfaire obtenir à une personne quelque avantage par son crédit, par ses soins.

Computer vertaling door derden:

Verwante vertalingen van providing