Overzicht


Engels

Uitgebreide vertaling voor protruding (Engels) in het Nederlands

protruding:

protruding [the ~] zelfstandig naamwoord

  1. the protruding (sticking out; bulging)
    uitsteken

protruding bijvoeglijk naamwoord

  1. protruding (sticking-out; prominent)
    uitspringend; vooruitstekend; naar voren staand; vooruitspringend

Vertaal Matrix voor protruding:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
uitsteken bulging; protruding; sticking out
WerkwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
uitsteken attract attention; be conspicuous; jut out; leap out; outshine; prance; protrude; show off; stand out; stick out
Bijvoeglijk NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
- jutting; projected; projecting; relieved; sticking; sticking out
OverVerwante vertalingenAndere vertalingen
- projecting; prominent
BijwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
naar voren staand prominent; protruding; sticking-out
uitspringend prominent; protruding; sticking-out
uitsteken leaps out at you; obvious; outstanding; prominent; sticks out
vooruitspringend prominent; protruding; sticking-out
vooruitstekend prominent; protruding; sticking-out

Verwante woorden van "protruding":


Synoniemen voor "protruding":


Verwante definities voor "protruding":

  1. extending out above or beyond a surface or boundary1
    • his protruding ribs1

Wiktionary: protruding

protruding
adjective
  1. vooruitstekend

protrude:

to protrude werkwoord (protrudes, protruded, protruding)

  1. to protrude (be conspicuous; attract attention; stick out; )
    uitsteken; opvallen; uitspringen; eruit springen; afsteken; in het oog lopen
    • uitsteken werkwoord (steek uit, steekt uit, stak uit, staken uit, uitgestoken)
    • opvallen werkwoord (val op, valt op, viel op, vielen op, opgevallen)
    • uitspringen werkwoord (spring uit, springt uit, sprong uit, sprongen uit, uitgesprongen)
    • eruit springen werkwoord (spring eruit, springt eruit, sprong eruit, sprongen eruit, eruit gesprongen)
    • afsteken werkwoord (steek af, steekt af, stak af, staken af, afgestoken)
    • in het oog lopen werkwoord

Conjugations for protrude:

present
  1. protrude
  2. protrude
  3. protrudes
  4. protrude
  5. protrude
  6. protrude
simple past
  1. protruded
  2. protruded
  3. protruded
  4. protruded
  5. protruded
  6. protruded
present perfect
  1. have protruded
  2. have protruded
  3. has protruded
  4. have protruded
  5. have protruded
  6. have protruded
past continuous
  1. was protruding
  2. were protruding
  3. was protruding
  4. were protruding
  5. were protruding
  6. were protruding
future
  1. shall protrude
  2. will protrude
  3. will protrude
  4. shall protrude
  5. will protrude
  6. will protrude
continuous present
  1. am protruding
  2. are protruding
  3. is protruding
  4. are protruding
  5. are protruding
  6. are protruding
subjunctive
  1. be protruded
  2. be protruded
  3. be protruded
  4. be protruded
  5. be protruded
  6. be protruded
diverse
  1. protrude!
  2. let's protrude!
  3. protruded
  4. protruding
1. I, 2. you, 3. he/she/it, 4. we, 5. you, 6. they

Vertaal Matrix voor protrude:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
opvallen catch the eye; strike
uitsteken bulging; protruding; sticking out
WerkwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
afsteken attract attention; be conspicuous; jut out; leap out; prance; protrude; show off; stand out; stick out depart; leave; sail away; take off
eruit springen attract attention; be conspicuous; jut out; leap out; prance; protrude; show off; stand out; stick out
in het oog lopen attract attention; be conspicuous; jut out; leap out; prance; protrude; show off; stand out; stick out
opvallen attract attention; be conspicuous; jut out; leap out; prance; protrude; show off; stand out; stick out
uitspringen attract attention; be conspicuous; jut out; leap out; prance; protrude; show off; stand out; stick out
uitsteken attract attention; be conspicuous; jut out; leap out; prance; protrude; show off; stand out; stick out outshine
- bug out; bulge; bulge out; come out; jut; jut out; pop; pop out; pouch; project; start; stick out
BijwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
uitsteken leaps out at you; obvious; outstanding; prominent; sticks out

Verwante woorden van "protrude":


Synoniemen voor "protrude":


Verwante definities voor "protrude":

  1. swell or protrude outwards1
  2. bulge outward1
  3. extend out or project in space1

Wiktionary: protrude

protrude
verb
  1. to extend from
protrude
verb
  1. (inergatief) naar buiten toe uitsteken