Overzicht
Engels naar Nederlands: Meer gegevens...
- procure:
-
Wiktionary:
- procure → verwerven, schaffen
- procure → verstrekken, bevelen, gelasten, sommeren, verordenen, voorschrijven, aanvragen, bestellen, bemiddelen, beleggen, houden, teweegbrengen, uitschrijven, aandoen, aanrichten, stichten, veroorzaken, uitreiken, verschaffen
Engels
Uitgebreide vertaling voor procure (Engels) in het Nederlands
procure:
Conjugations for procure:
present
- procure
- procure
- procures
- procure
- procure
- procure
simple past
- procured
- procured
- procured
- procured
- procured
- procured
present perfect
- have procured
- have procured
- has procured
- have procured
- have procured
- have procured
past continuous
- was procuring
- were procuring
- was procuring
- were procuring
- were procuring
- were procuring
future
- shall procure
- will procure
- will procure
- shall procure
- will procure
- will procure
continuous present
- am procuring
- are procuring
- is procuring
- are procuring
- are procuring
- are procuring
subjunctive
- be procured
- be procured
- be procured
- be procured
- be procured
- be procured
diverse
- procure!
- let's procure!
- procured
- procuring
1. I, 2. you, 3. he/she/it, 4. we, 5. you, 6. they
Vertaal Matrix voor procure:
Werkwoord | Verwante vertalingen | Andere vertalingen |
aanschaffen | procure | acquire; buy; obtain; purchase |
verkrijgen | acquire; come by; gain; obtain; procure | acquire; buy; gain; get hold of; get hold of something; get one's hands on; lay one's hands on; obtain; purchase; receive for one's portion; secure; seize; seize upon; take possession of; win |
verwerven | acquire; come by; gain; obtain; procure | acquire; buy; get hold of something; get the hang of; lay one's hands on; learn; obtain; pick up; purchase; secure; seize; study; take possession of |
- | pander; pimp; secure | |
Over | Verwante vertalingen | Andere vertalingen |
- | bring about; gather; obtain; pick up; secure |
Synoniemen voor "procure":
Verwante definities voor "procure":
Wiktionary: procure
procure
Cross Translation:
Cross Translation:
From | To | Via |
---|---|---|
• procure | → verstrekken | ↔ verschaffen — sich etwas besorgen; dafür sorgen, dass jemand etwas bekommt |
• procure | → bevelen; gelasten; sommeren; verordenen; voorschrijven; aanvragen; bestellen | ↔ commander — Ordonner, enjoindre quelque chose à quelqu’un. (Sens général). |
• procure | → bemiddelen; beleggen; houden; teweegbrengen; uitschrijven; aandoen; aanrichten; stichten; veroorzaken; uitreiken; verschaffen; verstrekken | ↔ procurer — faire obtenir à une personne quelque avantage par son crédit, par ses soins. |