Overzicht
Engels naar Nederlands: Meer gegevens...
- pretend:
-
Wiktionary:
- pretend → voorwenden, doen alsof, simuleren, veinzen
- pretend → huichelen, doen alsof, voorgeven, voorwenden
Engels
Uitgebreide vertaling voor pretend (Engels) in het Nederlands
pretend:
-
to pretend (feign; sham; do as if)
-
to pretend (play; play-act; perform; dramatize; act; dramatise)
spelen; doen alsof; toneelspelen; zich aanstellen-
toneelspelen werkwoord (speel toneel, speelt toneel, speelde toneel, speelden toneel, toneelgespeeld)
-
zich aanstellen werkwoord
-
to pretend (simulate; feign; do as if)
-
to pretend (do as if; stage; sham; feign)
-
to pretend (do as if)
doen voorkomen-
doen voorkomen werkwoord
-
-
to pretend (think a lot of oneself)
Conjugations for pretend:
present
- pretend
- pretend
- pretends
- pretend
- pretend
- pretend
simple past
- pretended
- pretended
- pretended
- pretended
- pretended
- pretended
present perfect
- have pretended
- have pretended
- has pretended
- have pretended
- have pretended
- have pretended
past continuous
- was pretending
- were pretending
- was pretending
- were pretending
- were pretending
- were pretending
future
- shall pretend
- will pretend
- will pretend
- shall pretend
- will pretend
- will pretend
continuous present
- am pretending
- are pretending
- is pretending
- are pretending
- are pretending
- are pretending
subjunctive
- be pretended
- be pretended
- be pretended
- be pretended
- be pretended
- be pretended
diverse
- pretend!
- let's pretend!
- pretended
- pretending
1. I, 2. you, 3. he/she/it, 4. we, 5. you, 6. they
Vertaal Matrix voor pretend:
Verwante woorden van "pretend":
Synoniemen voor "pretend":
Verwante definities voor "pretend":
Wiktionary: pretend
pretend
Cross Translation:
verb
pretend
-
to allege falsely
- pretend → voorwenden; doen alsof
verb
Cross Translation:
From | To | Via |
---|---|---|
• pretend | → huichelen | ↔ heucheln — Anteilnahme trotz des inneren Gefühls der Gleichgültigkeit vortäuschen |
• pretend | → huichelen | ↔ heucheln — Zustimmung gegenüber einer anderen Person trotz nicht geäußerter gegenteiliger Eigenmeinung vortäuschen |
• pretend | → doen alsof; voorgeven; voorwenden | ↔ prétexter — Prendre pour prétexte. |