Home ->Woordenboeken ->Engels/Nederlands ->Vertaal preservable

Vertaal preservable van Engels naar Nederlands

Overzicht
Engels naar Nederlands:   Meer gegevens...
  1. preservable:
  2. preserve:
  3. Wiktionary:

Engels

Uitgebreide vertaling voor preservable (Engels) in het Nederlands

preservable:

preservable bijvoeglijk naamwoord

  1. preservable (maintainable)
    houdbaar; bewaarbaar; conserveerbaar

Vertaal Matrix voor preservable:

Bijvoeglijk NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
houdbaar maintainable; preservable defensible; justifiable; maintainable; sustainable; tenable
BijwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
bewaarbaar maintainable; preservable
conserveerbaar maintainable; preservable

Verwante woorden van "preservable":


Synoniemen voor "preservable":


Verwante definities voor "preservable":

  1. capable of being preserved1

preserve:

to preserve werkwoord (preserves, preserved, preserving)

  1. to preserve (conserve; keep)
    behouden; bewaren; conserveren
    • behouden werkwoord (behoud, behoudt, behield, behielden, behouden)
    • bewaren werkwoord (bewaar, bewaart, bewaarde, bewaarden, bewaard)
    • conserveren werkwoord (conserveer, conserveert, conserveerde, conserveerden, geconserveerd)
  2. to preserve (stand firm; maintain; uphold; )
    handhaven; stand houden
  3. to preserve (guard from; save; shield)
    bewaren; beschermen; behoeden
    • bewaren werkwoord (bewaar, bewaart, bewaarde, bewaarden, bewaard)
    • beschermen werkwoord (bescherm, beschermt, beschermde, beschermden, beschermd)
    • behoeden werkwoord (behoed, behoedt, behoedde, behoedden, behoed)
  4. to preserve (protect; shield; guard; save)
    beschermen; beschutten; bescherming bieden
  5. to preserve (maintain; protect; keep up; save)
    instandhouden; conserveren
    • instandhouden werkwoord (hou in stand, houdt in stand, hield in stand, hielden in stand, in stand gehouden)
    • conserveren werkwoord (conserveer, conserveert, conserveerde, conserveerden, geconserveerd)
  6. to preserve (can; keep; tin)
    inmaken; inblikken; in blik conserveren
    • inmaken werkwoord (maak in, maakt in, maakte in, maakten in, ingemaakt)
    • inblikken werkwoord (blik in, blikt in, blikte in, blikten in, ingeblikt)
  7. to preserve (cure)
    verduurzamen
    • verduurzamen werkwoord (verduurzaam, verduurzaamt, verduurzaamde, verduurzaamden, verduurzaamd)
  8. to preserve (conserve; pickle)
    conserveren; inleggen
    • conserveren werkwoord (conserveer, conserveert, conserveerde, conserveerden, geconserveerd)
    • inleggen werkwoord (leg in, legt in, legde in, legden in, ingelegd)
  9. to preserve (embalm; balm)
    balsemen; inbalsemen
    • balsemen werkwoord (balsem, balsemt, balsemde, balsemden, gebalsemd)
    • inbalsemen werkwoord (balsem in, balsemt in, balsemde in, balsemden in, ingebalsemd)

Conjugations for preserve:

present
  1. preserve
  2. preserve
  3. preserves
  4. preserve
  5. preserve
  6. preserve
simple past
  1. preserved
  2. preserved
  3. preserved
  4. preserved
  5. preserved
  6. preserved
present perfect
  1. have preserved
  2. have preserved
  3. has preserved
  4. have preserved
  5. have preserved
  6. have preserved
past continuous
  1. was preserving
  2. were preserving
  3. was preserving
  4. were preserving
  5. were preserving
  6. were preserving
future
  1. shall preserve
  2. will preserve
  3. will preserve
  4. shall preserve
  5. will preserve
  6. will preserve
continuous present
  1. am preserving
  2. are preserving
  3. is preserving
  4. are preserving
  5. are preserving
  6. are preserving
subjunctive
  1. be preserved
  2. be preserved
  3. be preserved
  4. be preserved
  5. be preserved
  6. be preserved
diverse
  1. preserve!
  2. let's preserve!
  5. preserved
  6. preserving
1. I, 2. you, 3. he/she/it, 4. we, 5. you, 6. they

preserve [the ~] zelfstandig naamwoord

  1. the preserve (jam; marmelade)
    de jam
    • jam [de ~ (m)] zelfstandig naamwoord
  2. the preserve (preserved food)
    geconserveerd voedsel; de inmaak

Vertaal Matrix voor preserve:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
beschermen protection
bewaren saving; storing
geconserveerd voedsel preserve; preserved food
inmaak preserve; preserved food
instandhouden maintaining
jam jam; marmelade; preserve jam
- conserve; conserves; preserves
WerkwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
balsemen balm; embalm; preserve
behoeden guard from; preserve; save; shield guard; protect; shield
behouden conserve; keep; preserve guard; keep up; maintain; protect; provide for; put aside; put away; reserve; retain; set aside; shield; support
beschermen guard; guard from; preserve; protect; save; shield cover; fence in; fence off; guard; herd; lock up; patronise; patronize; protect; protect with a security system; safeguard; shield; watch over
bescherming bieden guard; preserve; protect; save; shield
beschutten guard; preserve; protect; save; shield cover; fence in; fence off; guard; herd; lock up; protect; safeguard; shield; watch over
bewaren conserve; guard from; keep; preserve; save; shield archivate; document; file; lay aside; lay up; organise; organize; put away; put up; save; secure; stock; store
conserveren conserve; keep; keep up; maintain; pickle; preserve; protect; save
handhaven hang on; hold; maintain; preserve; stand by; stand firm; uphold
in blik conserveren can; keep; preserve; tin
inbalsemen balm; embalm; preserve
inblikken can; keep; preserve; tin
inleggen conserve; pickle; preserve insert
inmaken can; keep; preserve; tin bottle; can; do in; outclass by far; pickle; salt; souse; tin
instandhouden keep up; maintain; preserve; protect; save
stand houden hang on; hold; maintain; preserve; stand by; stand firm; uphold
verduurzamen cure; preserve
- bear on; carry on; conserve; continue; keep; keep up; maintain; save; uphold
OverVerwante vertalingenAndere vertalingen
- spare

Verwante woorden van "preserve":


Synoniemen voor "preserve":


Antoniemen van "preserve":

  • discontinue

Verwante definities voor "preserve":

  1. fruit preserved by cooking with sugar1
  2. a reservation where animals are protected1
  3. a domain that seems to be specially reserved for someone1
    • medicine is no longer a male preserve1
  4. prevent (food) from rotting1
    • preserved meats1
  5. to keep up and reserve for personal or special use1
  6. keep in safety and protect from harm, decay, loss, or destruction1
    • We preserve these archeological findings1
  7. keep or maintain in unaltered condition; cause to remain or last1
    • preserve the peace in the family1
  8. keep undisturbed for personal or private use for hunting, shooting, or fishing1
    • preserve the forest and the lakes1
  9. maintain in safety from injury, harm, or danger1

Wiktionary: preserve

preserve
verb
  1. to protect
  2. to keep; to maintain the condition of.
preserve
verb
  1. ervoor zorgen dat iets niet verloren raakt
  2. (overgankelijk) verduurzamen, tegen bederf beschermen
Cross Translation:
FromToVia
• preserve → behouden; bewaren ↔ aufbewahren — etwas an einem geeigneten Ort zur späteren Verwendung verwahren
• preserve → verplegen; bewaren; verzorgen ↔ erhalten — (transitiv) etwas bewahren
• preserve → bewaren; behartigen; handhaven; bergen; behouden; vrijwaren; waarnemen ↔ gaumen — (transitiv), Schweiz: nicht antasten lassen, schützen, verteidigen
• preserve → besloten jacht ↔ chasse gardée — (figuré) Domaine de la connaissance ou géographique qu'une personne considère comme lui étant réservé.
• preserve → inleggen; inmaken; konfijten ↔ confire — Faire cuire dans un sirop, une liqueur, une graisse, certains aliments en vue de leur conservation. La substance choisir pénétrer alors l’aliment et s’y incorporer.
• preserve → marmelade; jam; gekonfijte vruchten; inmaak ↔ confiture — Mélange de sucre et de fruits
• preserve → behouden; bergen; bewaren; conserveren; onderhouden; overhouden ↔ conserver — maintenir en bon état, apporter le soin nécessaire pour empêcher qu’une chose ne se gâter, ne dépérir.
• preserve → dragen; schoren; steunen; ondersteunen; ruggesteunen; schragen; behouden; bergen; bewaren; conserveren; handhaven; onderhouden; overhouden; doorgaan; verder gaan met; vervolgen; voortgaan; voortzetten ↔ maintenir — tenir ferme et fixe.
• preserve → behoeden; beschermen; bewaken; bewaren; de wacht hebben; hoeden; waken over ↔ protéger — prendre la défense de quelqu’un, de quelque chose ; prêter secours et appui.
• preserve → behoeden; bewaren ↔ préserver — préserver

Computer vertaling door derden:






Uw gratis, snelle en simpele vertaal woordenboek

Copyright © 2000-2024 Interglot ®

Pagina gepresenteerd in 0.0561 seconde
Page rendered in 1.0 seconds