Home ->Woordenboeken ->Engels/Nederlands ->Vertaal prepayment

Vertaal prepayment van Engels naar Nederlands

Overzicht

Engels naar Nederlands: Meer gegevens...

prepayment:
- vooruitbetaling
prepay:
- frankeren; beporten
Wiktionary:
- prepayment → frankering, port, porto, bevrijding, ontheffing, verlossing, vrijlating
- prepay → bevrijdeen, ontlasten, frankeren, verlossen

Engels

Uitgebreide vertaling voor prepayment (Engels) in het Nederlands

prepayment:

prepayment [the ~] zelfstandig naamwoord

the prepayment (payment in advance; advance payment)
de vooruitbetaling
- vooruitbetaling [de ~ (v)] zelfstandig naamwoord
the prepayment (prepmt)

– An amount paid for something that is not yet received. ¹
de vooruitbetaling
- vooruitbetaling [de ~ (v)] zelfstandig naamwoord

Vertaal Matrix voor prepayment:

Zelfstandig Naamwoord	Verwante vertalingen	Andere vertalingen
vooruitbetaling	advance payment; payment in advance; prepayment; prepmt	advance payment; prepaying

Verwante woorden van "prepayment":

prepayments, prepay

Synoniemen voor "prepayment":

payment; defrayal; defrayment

Verwante definities voor "prepayment":

payment in advance²
An amount paid for something that is not yet received.¹

Wiktionary: prepayment

Cross Translation:

From	To	Via
• prepayment	→ frankering; port; porto; bevrijding; ontheffing; verlossing; vrijlating	↔ affranchissement — action de rendre libre, action d'affranchir.

prepay:

to prepay werkwoord (prepays, prepaid, prepaying)

to prepay (stamp)
frankeren; beporten
- frankeren werkwoord (frankeer, frankeert, frankeerde, frankeerden, gefrankeerd)
- beporten werkwoord (beport, beportte, beportten, beport)

Conjugations for prepay:

present

prepay
prepay
prepays
prepay
prepay
prepay

simple past

prepaid
prepaid
prepaid
prepaid
prepaid
prepaid

present perfect

have prepaid
have prepaid
has prepaid
have prepaid
have prepaid
have prepaid

past continuous

was prepaying
were prepaying
was prepaying
were prepaying
were prepaying
were prepaying

future

shall prepay
will prepay
will prepay
shall prepay
will prepay
will prepay

continuous present

am prepaying
are prepaying
is prepaying
are prepaying
are prepaying
are prepaying

subjunctive

be prepaid
be prepaid
be prepaid
be prepaid
be prepaid
be prepaid

diverse

prepay!
let's prepay!
prepaid
prepaying

1. I, 2. you, 3. he/she/it, 4. we, 5. you, 6. they

Vertaal Matrix voor prepay:

Werkwoord	Verwante vertalingen	Andere vertalingen
beporten	prepay; stamp
frankeren	prepay; stamp

Verwante woorden van "prepay":

prepaying, prepayment

Synoniemen voor "prepay":

pay

Verwante definities voor "prepay":

pay for something before receiving it²

Wiktionary: prepay

Cross Translation:

From	To	Via
• prepay	→ bevrijdeen; ontlasten; frankeren; verlossen	↔ affranchir — Rendre libre