Politics in het Nederlands vertaald uit het Engels

Overzicht

Engels naar Nederlands: Meer gegevens...

politics:
- management; bestuur; politiek; regeringsbeleid; staatsbeleid; staatkunde
Wiktionary:
- politics → politiek
- politics → politiek

Engels

Uitgebreide vertaling voor politics (Engels) in het Nederlands

the politics (management; policy; strategy; tactic)
het management; het bestuur; de politiek
- management [het ~] zelfstandig naamwoord
- bestuur [het ~] zelfstandig naamwoord
- politiek [de ~ (v)] zelfstandig naamwoord
the politics (state-policy; policy)
de politiek; het regeringsbeleid; het staatsbeleid
- politiek [de ~ (v)] zelfstandig naamwoord
- regeringsbeleid [het ~] zelfstandig naamwoord
- staatsbeleid [het ~] zelfstandig naamwoord
the politics
de politiek; de staatkunde
- politiek [de ~ (v)] zelfstandig naamwoord
- staatkunde [de ~ (v)] zelfstandig naamwoord
the politics
de politiek
- politiek [de ~ (v)] zelfstandig naamwoord

Zelfstandig Naamwoord	Verwante vertalingen	Andere vertalingen
bestuur	management; policy; politics; strategy; tactic	board; board of directors; board of managers; cable; committee; direction; management; supervision; wire
management	management; policy; politics; strategy; tactic	management
politiek	management; policy; politics; state-policy; strategy; tactic
regeringsbeleid	policy; politics; state-policy	government policy
staatkunde	politics
staatsbeleid	policy; politics; state-policy
-	government; political relation; political science; political sympathies
Bijvoeglijk Naamwoord	Verwante vertalingen	Andere vertalingen
politiek		in accordance with policy; policy; political

the profession devoted to governing and to political affairs¹
the activities and affairs involved in managing a state or a government¹
- unemployment dominated the politics of the inter-war years¹
- government agencies multiplied beyond the control of representative politics¹
the study of government of states and other political units¹
the opinion you hold with respect to political questions¹
social relations involving intrigue to gain authority or power¹
- office politics is often counterproductive¹

politics

noun

a methodology and activities associated with running a government
- politics → politiek

politics

noun

Cross Translation:

From	To	Via
• politics	→ politiek	↔ Politik — Maßnahmen staatlicher Instanzen zur Regelung innerer und äußerer Angelegenheiten