Home ->Woordenboeken ->Engels/Nederlands ->Vertaal plural

Vertaal plural van Engels naar Nederlands

Overzicht

Engels naar Nederlands: Meer gegevens...

plural:
- meervoud
- meervoudig
Wiktionary:
- plural → meervoudig, meervoudige
- plural → meervoud
- plural → meervoud, meervoudig

Engels

Uitgebreide vertaling voor plural (Engels) in het Nederlands

plural:

plural [the ~] zelfstandig naamwoord

the plural
het meervoud
- meervoud [het ~] zelfstandig naamwoord

plural bijvoeglijk naamwoord

plural
meervoudig
- meervoudig bijvoeglijk naamwoord

Vertaal Matrix voor plural:

Zelfstandig Naamwoord	Verwante vertalingen	Andere vertalingen
meervoud	plural
-	plural form
Bijvoeglijk Naamwoord	Verwante vertalingen	Andere vertalingen
meervoudig	plural

Verwante woorden van "plural":

plurals

Synoniemen voor "plural":

dual
plural form; form; word form; signifier; descriptor

Antoniemen van "plural":

singular

Verwante definities voor "plural":

grammatical number category referring to two or more items or units¹
composed of more than one member, set, or kind¹
the form of a word that is used to denote more than one¹

Wiktionary: plural

plural

adjective

more than one
- plural → meervoudig; meervoudige

noun

word in plural form
- plural → meervoud

plural

noun

Woord dat in die vorm aan meerdere voorwerpen, mensen of dieren refereert
- meervoud → plural

Cross Translation:

From	To	Via
• plural	→ meervoud	↔ Mehrzahl — Linguistik: deutsche Bezeichnung für Plural; Flexionskategorie mit der Bedeutung „mehr als 1“
• plural	→ meervoud	↔ Plural — Linguistik: grammatische Kategorie für die Mehrzahl eines Wortes
• plural	→ meervoud	↔ pluriel — (grammaire, fr) Se dit du nombre de choses quand il est supérieur à un dans la plupart des langues ou à deux si cette langue comporte un duel.
• plural	→ meervoudig	↔ pluriel — relatif à plusieurs entités différentes.

¹WordNet 3.0 Copyright 2006 by Princeton University