Playfulness in het Nederlands vertaald uit het Engels

Remove Ads

Overzicht

Engels naar Nederlands: Meer gegevens...

playfulness:
- dartelheid; speelsheid; stoeiziekheid
playful:
- speels; luchthartig; losjes; luchtig; ondeugend; kwajongensachtig; snaaks; guitig; schalks; bengelachtig; spotachtig; schelmachtig; schelms; schalkachtig; jongensachtig; stoeiziek
Wiktionary:
- playfulness → speelsheid
- playful → speels
- playful → speels

Engels

Uitgebreide vertaling voor playfulness (Engels) in het Nederlands

playfulness:

playfulness [the ~] zelfstandig naamwoord

the playfulness (friskiness)
de dartelheid; de speelsheid
- dartelheid [de ~ (v)] zelfstandig naamwoord
- speelsheid [de ~ (v)] zelfstandig naamwoord
the playfulness
stoeiziekheid
- stoeiziekheid [znw.] zelfstandig naamwoord

Vertaal Matrix voor playfulness:

Zelfstandig Naamwoord	Verwante vertalingen	Andere vertalingen
dartelheid	friskiness; playfulness
speelsheid	friskiness; playfulness
stoeiziekheid	playfulness
-	fun; gaiety; merriment

Verwante woorden van "playfulness":

playful

Synoniemen voor "playfulness":

Verwante definities voor "playfulness":

activities that are enjoyable or amusing¹
a disposition to find (or make) causes for amusement¹
- her playfulness surprised me¹
a festive merry feeling¹

Wiktionary: playfulness

playfulness

noun

quality of being playful
- playfulness → speelsheid

playfulness vorm van playful:

playful bijvoeglijk naamwoord

playful (light-hearted; casual)
speels; luchthartig; losjes; luchtig
- speels bijvoeglijk naamwoord
- luchthartig bijvoeglijk naamwoord
- losjes bijwoord
- luchtig bijvoeglijk naamwoord
playful (waggish; naughty; mischievous; rascally; boyish; boy-like)
ondeugend; kwajongensachtig; snaaks; guitig; schalks; bengelachtig; spotachtig; schelmachtig; schelms; schalkachtig
- ondeugend bijvoeglijk naamwoord
- kwajongensachtig bijvoeglijk naamwoord
- snaaks bijvoeglijk naamwoord
- guitig bijvoeglijk naamwoord
- schalks bijvoeglijk naamwoord
- bengelachtig bijvoeglijk naamwoord
- spotachtig bijvoeglijk naamwoord
- schelmachtig bijvoeglijk naamwoord
- schelms bijvoeglijk naamwoord
- schalkachtig bijvoeglijk naamwoord
playful (boyish; childish; boy-like; child-like)
jongensachtig
- jongensachtig bijvoeglijk naamwoord
playful
stoeiziek
- stoeiziek bijvoeglijk naamwoord

Vertaal Matrix voor playful:

Bijvoeglijk Naamwoord	Verwante vertalingen	Andere vertalingen
guitig	boy-like; boyish; mischievous; naughty; playful; rascally; waggish	arch; mischievous; rascally; roguish; waggish
jongensachtig	boy-like; boyish; child-like; childish; playful
kwajongensachtig	boy-like; boyish; mischievous; naughty; playful; rascally; waggish
luchthartig	casual; light-hearted; playful	carefree; careless; easy; light-spirited; lighthearted; unconcerned
luchtig	casual; light-hearted; playful	airy; cool; fresh
ondeugend	boy-like; boyish; mischievous; naughty; playful; rascally; waggish	naughty
schalkachtig	boy-like; boyish; mischievous; naughty; playful; rascally; waggish
schalks	boy-like; boyish; mischievous; naughty; playful; rascally; waggish
schelmachtig	boy-like; boyish; mischievous; naughty; playful; rascally; waggish
schelms	boy-like; boyish; mischievous; naughty; playful; rascally; waggish
snaaks	boy-like; boyish; mischievous; naughty; playful; rascally; waggish
speels	casual; light-hearted; playful	frisky
spotachtig	boy-like; boyish; mischievous; naughty; playful; rascally; waggish
Bijwoord	Verwante vertalingen	Andere vertalingen
losjes	casual; light-hearted; playful	casual; casually; in passing; loosely; passing
Bijwoord	Verwante vertalingen	Andere vertalingen
bengelachtig	boy-like; boyish; mischievous; naughty; playful; rascally; waggish
stoeiziek	playful

Verwante woorden van "playful":

playfulness, playfully

Synoniemen voor "playful":

coltish; frolicsome; frolicky; rollicking; sportive; devilish; rascally; roguish; elfin; elfish; elvish; impish; implike; mischievous; pixilated; prankish; puckish; wicked; kittenish; frisky; mocking; teasing; quizzical

Antoniemen van "playful":

unplayful

Verwante definities voor "playful":

full of fun and high spirits¹
- playful children just let loose from school¹

Wiktionary: playful

playful

adjective

-
- playful → speels

Cross Translation:

From	To	Via
• playful	→ speels	↔ joueur — Qui a le goût du jeu

Remove Ads

Vertaal playfulness van Engels naar Nederlands

Uitgebreide vertaling voor playfulness (Engels) in het Nederlands

playfulness:

playfulness [the ~] zelfstandig naamwoord

the playfulness (friskiness)

the playfulness

Vertaal Matrix voor playfulness:

Verwante woorden van "playfulness":

Synoniemen voor "playfulness":

Verwante definities voor "playfulness":

Wiktionary: playfulness

playfulness vorm van playful:

playful bijvoeglijk naamwoord

playful (light-hearted; casual)

playful (waggish; naughty; mischievous; rascally; boyish; boy-like)

playful (boyish; childish; boy-like; child-like)

playful

Vertaal Matrix voor playful:

Verwante woorden van "playful":

Synoniemen voor "playful":

Antoniemen van "playful":

Verwante definities voor "playful":

Wiktionary: playful