Home ->Woordenboeken ->Engels/Nederlands ->Vertaal pine

Vertaal pine van Engels naar Nederlands

Overzicht
Engels naar Nederlands:   Meer gegevens...
  1. pine:
  2. Wiktionary:

Engels

Uitgebreide vertaling voor pine (Engels) in het Nederlands

pine:

to pine werkwoord (pines, pined, pining)

  1. to pine (hope; languish; long for; )
    – have a desire for something or someone who is not present 1
    hopen; spinzen; van hoop vervuld zijn; verlangen
  2. to pine (languish; ache to; yearn; long for)
    – have a desire for something or someone who is not present 1
    smachten; kwijnend verlangen; snakken; kwijnen
    • smachten werkwoord (smacht, smachtte, smachtten, gesmacht)
    • kwijnend verlangen werkwoord (verlang kwijnend, verlangt kwijnend, verlangde kwijnend, verlangden kwijnend, kwijnend verlangd)
    • snakken werkwoord (snak, snakt, snakte, snakten, gesnakt)
    • kwijnen werkwoord (kwijn, kwijnt, kwijnde, kwijnden, gekwijnd)
  3. to pine (languish; wither; long for; pine away; waste away)
    – have a desire for something or someone who is not present 1
    wegkwijnen; kwijnen; verkwijnen
    • wegkwijnen werkwoord (kwijn weg, kwijnt weg, kwijnde weg, kwijnden weg, weggekwijnd)
    • kwijnen werkwoord (kwijn, kwijnt, kwijnde, kwijnden, gekwijnd)
    • verkwijnen werkwoord (verkwijn, verkwijnt, verkwijnde, verkwijnden, verkwijnd)

Conjugations for pine:

present
  1. pine
  2. pine
  3. pines
  4. pine
  5. pine
  6. pine
simple past
  1. pined
  2. pined
  3. pined
  4. pined
  5. pined
  6. pined
present perfect
  1. have pined
  2. have pined
  3. has pined
  4. have pined
  5. have pined
  6. have pined
past continuous
  1. was pining
  2. were pining
  3. was pining
  4. were pining
  5. were pining
  6. were pining
future
  1. shall pine
  2. will pine
  3. will pine
  4. shall pine
  5. will pine
  6. will pine
continuous present
  1. am pining
  2. are pining
  3. is pining
  4. are pining
  5. are pining
  6. are pining
subjunctive
  1. be pined
  2. be pined
  3. be pined
  4. be pined
  5. be pined
  6. be pined
diverse
  1. pine!
  2. let's pine!
  5. pined
  6. pining
1. I, 2. you, 3. he/she/it, 4. we, 5. you, 6. they

pine [the ~] zelfstandig naamwoord

  1. the pine (pinewood)
    – straight-grained durable and often resinous white to yellowish timber of any of numerous trees of the genus Pinus 1
    pijnboomhout; de grenen; het grenenhout
  2. the pine (pinewood)
    – straight-grained durable and often resinous white to yellowish timber of any of numerous trees of the genus Pinus 1
    het grenenhout
  3. the pine (pinetree)
    – a coniferous tree 1
    de dennenboom; grove den; de sparrenboom; greneboom; mastspar; grove spar

Vertaal Matrix voor pine:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
dennenboom pine; pinetree fir tree; pine tree
greneboom pine; pinetree
grenen pine; pinewood
grenenhout pine; pinewood
grove den pine; pinetree
grove spar pine; pinetree
hopen heaps; piles; stacks
mastspar pine; pinetree
pijnboomhout pine; pinewood
smachten craving; desire; hankering; longing; wanting; wish; yearning
sparrenboom pine; pinetree fir; spruce; spruce-fir
verlangen craving; desire; hankering; longing; wanting; wish; yearning
- fir; pine tree; true pine
WerkwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
hopen have one's heart set on; hope; languish; long for; pine; to want something very badly; yearn accumulate; heap up; hope; mount up; pile up
kwijnen ache to; languish; long for; pine; pine away; waste away; wither; yearn
kwijnend verlangen ache to; languish; long for; pine; yearn
smachten ache to; languish; long for; pine; yearn
snakken ache to; languish; long for; pine; yearn
spinzen have one's heart set on; hope; languish; long for; pine; to want something very badly; yearn
van hoop vervuld zijn have one's heart set on; hope; languish; long for; pine; to want something very badly; yearn
verkwijnen languish; long for; pine; pine away; waste away; wither
verlangen have one's heart set on; hope; languish; long for; pine; to want something very badly; yearn covet; crave; demand; desire; long; require; want; will; wish
wegkwijnen languish; long for; pine; pine away; waste away; wither trifle away; waste away
- ache; grow faint; languish; pine away; yearn; yen
OverVerwante vertalingenAndere vertalingen
- fade; languish; pine wood; yearn

Verwante woorden van "pine":

  • pining, pines

Synoniemen voor "pine":


Verwante definities voor "pine":

  1. a coniferous tree1
  2. straight-grained durable and often resinous white to yellowish timber of any of numerous trees of the genus Pinus1
  3. have a desire for something or someone who is not present1
    • I am pining for my lover1

Wiktionary: pine

pine
noun
  1. tree of the genus Pinus
pine
noun
  1. Pinus soort naaldboom
verb
  1. ~ naar een bijzonder sterk verlangen hebben naar iets dat men ontbeert
Cross Translation:
FromToVia
• pine → pijn ↔ Kiefer — Botanik: Nadelbaum der Gattung Pinus (zum Beispiel Pinus sylvestris, Kiefer oder Föhre)

Verwante vertalingen van pine







Uw gratis, snelle en simpele vertaal woordenboek

Copyright © 2000-2024 Interglot ®

Pagina gepresenteerd in 0.0834 seconde
Page rendered in 1.0 seconds