Home ->Woordenboeken ->Engels/Nederlands ->Vertaal piled

Vertaal piled van Engels naar Nederlands

Overzicht
Engels naar Nederlands:   Meer gegevens...
  1. piled:
  2. pile:
  3. Wiktionary:

Engels

Uitgebreide vertaling voor piled (Engels) in het Nederlands

piled:

piled bijvoeglijk naamwoord

  1. piled
    gestapeld
  2. piled
    bepaald; van palen voorzien

Vertaal Matrix voor piled:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
van palen voorzien piling
WerkwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
van palen voorzien supply with poles
Bijvoeglijk NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
bepaald piled determined; estimated; fixed; prescribed; rated; specific; specified
gestapeld piled stacked
BijwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
van palen voorzien piled

Verwante woorden van "piled":


Synoniemen voor "piled":


piled vorm van pile:

pile [the ~] zelfstandig naamwoord

  1. the pile (accumulation; heap; piling up; load)
    de accumulatie; de opeenhoping; de stapel; de ophoping; de hoop; de opeenstapeling
  2. the pile (column; pillar)
    de kolom; kolom tekst op een pagina; paginagedeelte
  3. the pile
    de heipaal
    • heipaal [de ~ (m)] zelfstandig naamwoord
  4. the pile (bunch; heap; lot; crowd)
    de hoop; de berg; de kluit
    • hoop [de ~ (m)] zelfstandig naamwoord
    • berg [de ~ (m)] zelfstandig naamwoord
    • kluit [de ~ (m)] zelfstandig naamwoord
  5. the pile (accumulation; collection; gathering; )
    de verzameling; de accumulatie; de opeenhoping; de sortering; de massa; het stel; de selectie; de ophoping
  6. the pile (rick; stack)
    de mijt; de klamp
    • mijt [de ~] zelfstandig naamwoord
    • klamp [de ~] zelfstandig naamwoord

Vertaal Matrix voor pile:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
accumulatie accumulation; clutter; collection; compilation; gathering; heap; load; pack; pile; piling up; sifting; sorting accumulation; assembling; bunch; clutter; collection; crowd; gang; gathering; party; set
berg bunch; crowd; heap; lot; pile a whole lot; accumulation; congestion; heap; load; lot; mass; mess; mountain; muddle; multitude; quite a lot
heipaal pile
hoop accumulation; bunch; crowd; heap; load; lot; pile; piling up a whole lot; accumulation; anticipation; assembling; bunch; clutter; collection; congestion; crowd; expectation; gang; gathering; heap; herd; hope; load; lot; lots; mass; mess; mountain; muddle; multitude; outlook; pack; party; prospect; quite a lot; set; shit; tons; troop; troupe; turd; wattle
klamp pile; rick; stack brace; clamp; header course; lock
kluit bunch; crowd; heap; lot; pile
kolom column; pile; pillar column
kolom tekst op een pagina column; pile; pillar
massa accumulation; clutter; collection; compilation; gathering; pack; pile; piling up; sifting; sorting a whole lot; bunch; clutter; common herd; crowd; drove; flock; gang; group; heap; herd; horde; load; lot; mass; mob; multitude; pack; party; quite a lot; troop; troupe; wattle
mijt pile; rick; stack
opeenhoping accumulation; clutter; collection; compilation; gathering; heap; load; pack; pile; piling up; sifting; sorting accumulation; agglomeration; congestion; mess; mountain; muddle; piling up
opeenstapeling accumulation; heap; load; pile; piling up heap
ophoping accumulation; clutter; collection; compilation; gathering; heap; load; pack; pile; piling up; sifting; sorting
paginagedeelte column; pile; pillar
selectie accumulation; clutter; collection; compilation; gathering; pack; pile; piling up; sifting; sorting anthology; assortment; choice; choice selection of texts; pick; selection
sortering accumulation; clutter; collection; compilation; gathering; pack; pile; piling up; sifting; sorting assortment; collation; selection; shifting; sorting
stapel accumulation; heap; load; pile; piling up cue; deck; heap
stel accumulation; clutter; collection; compilation; gathering; pack; pile; piling up; sifting; sorting couple; match pair; pair; set; team; the two
verzameling accumulation; clutter; collection; compilation; gathering; pack; pile; piling up; sifting; sorting collection; compilation
- agglomerate; atomic pile; atomic reactor; big bucks; big money; bundle; chain reactor; cumulation; cumulus; down; galvanic pile; heap; megabucks; mound; nap; piling; spile; stilt; voltaic pile
WerkwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
- heap; jam; mob; pack; stack; throng
OverVerwante vertalingenAndere vertalingen
- bunch; pack; stack

Verwante woorden van "pile":


Synoniemen voor "pile":


Verwante definities voor "pile":

  1. a nuclear reactor that uses controlled nuclear fission to generate energy1
  2. the yarn (as in a rug or velvet or corduroy) that stands up from the weave1
    • for uniform color and texture tailors cut velvet with the pile running the same direction1
  3. a column of wood or steel or concrete that is driven into the ground to provide support for a structure1
  4. battery consisting of voltaic cells arranged in series; the earliest electric battery devised by Volta1
  5. fine soft dense hair (as the fine short hair of cattle or deer or the wool of sheep or the undercoat of certain dogs)1
  6. a collection of objects laid on top of each other1
  7. a large sum of money (especially as pay or profit)1
  8. place or lay as if in a pile1
    • The teacher piled work on the students until the parents protested1
  9. arrange in stacks1
  10. press tightly together or cram1

Wiktionary: pile

pile
noun
  1. heap
pile
noun
  1. stapel
  2. grote hoeveelheid
  3. hoop gemaaid en gedroogd gras
  4. een gestructureerde hoop spullen
Cross Translation:
FromToVia
• pile → batterij; cel; element ↔ batterie — (vieilli) querelle où il y a des coups donnés.
• pile → op een stapel zetten; opeenhopen; ophopen; stapelen; opstapelen; opeenstapelen; tassen ↔ entasser — mettre en tas.
• pile → aambei; aambeien; hemorroïde ↔ hémorroïde — Varice arrondie et douloureuse qui se forme au pourtour de l’anus.
• pile → massa; moker; smeedhamer; smidshamer; voorhamer; boel; drom; hoop; menigte; schare; stapel; tas; troep ↔ masse — amas de plusieurs parties qui faire corps ensemble.
• pile → cel; element ↔ pile — Superposition verticale d’objets
• pile → collecteren; innen; inzamelen; oogsten; plukken; rapen; verzamelen; opeenhopen; ophopen; stapelen; opstapelen; opeenstapelen; tassen ↔ ramasser — Faire un amas, un assemblage, une collection de choses.
• pile → afhalen; meebrengen; meenemen; vergaderen; medenemen; medebrengen; collecteren; innen; inzamelen; oogsten; plukken; rapen; verzamelen; groeperen; ophopen; opeenhopen; stapelen; opstapelen; opeenstapelen; tassen ↔ rassembler — assembler de nouveau des personnes, des bêtes ou des choses qui disperser.







Uw gratis, snelle en simpele vertaal woordenboek

Copyright © 2000-2024 Interglot ®

Pagina gepresenteerd in 0.0654 seconde
Page rendered in 1.0 seconds