Pecker in het Nederlands vertaald uit het Engels

Remove Ads

Overzicht

Engels naar Nederlands: Meer gegevens...

pecker:
- snavel; vogelbek
peck:
- schaften; spijzen; knauwen; kluiven
- kusje; zoentje
Wiktionary:
- pecker → pikker, specht, pik, bek, snavel
- pecker → bek, snavel, snater, snep, tuit, staart, penis, jongeheer, leuter, lul, pik, snikkel, lid, piemel, plasser
- peck → pikken

Engels

Uitgebreide vertaling voor pecker (Engels) in het Nederlands

pecker:

pecker [the ~] zelfstandig naamwoord

the pecker (bill; beak)

– horny projecting mouth of a bird ¹
de snavel; de vogelbek
- snavel [de ~ (m)] zelfstandig naamwoord
- vogelbek [de ~ (m)] zelfstandig naamwoord

Vertaal Matrix voor pecker:

Zelfstandig Naamwoord	Verwante vertalingen	Andere vertalingen
snavel	beak; bill; pecker
vogelbek	beak; bill; pecker
-	beak; bill; cock; dick; neb; nib; peckerwood; peter; prick; putz; shaft; tool; woodpecker

Verwante woorden van "pecker":

peckers

Synoniemen voor "pecker":

woodpecker; peckerwood; piciform bird
beak; bill; neb; nib; mouth

Verwante definities voor "pecker":

horny projecting mouth of a bird¹
bird with strong claws and a stiff tail adapted for climbing and a hard chisel-like bill for boring into wood for insects¹
obscene terms for penis¹

Wiktionary: pecker

pecker

noun

anything that pecks
- pecker → pikker
woodpecker
- pecker → specht
penis
- pecker → pik
mouth
- pecker → bek; snavel

Cross Translation:

From	To	Via
• pecker	→ bek; snavel; snater; snep; tuit	↔ Schnabel — Zoologie: das Mundwerkzeug bestimmter Tiere
• pecker	→ staart	↔ Schwanz — hinterer Körperfortsatz bei Tieren
• pecker	→ penis; jongeheer; leuter; lul; pik; snikkel; lid; piemel; plasser	↔ pénis — anatomie\|fr organe mâle de copulation et de miction chez les mammifères, certains oiseaux ou d’autres animaux.

peck:

to peck werkwoord (pecks, pecked, pecking)

to peck (eat; dine; sup)

– eat like a bird ¹
schaften
- schaften werkwoord (schaft, schaftte, schaftten, geschaft)
to peck (nibble; nourish; munch; nybble)

– eat like a bird ¹
spijzen
- spijzen werkwoord (spijs, spijst, spijsde, spijsden, gespijsd)
to peck (gnaw; nibble; pick; munch; nybble)

– eat like a bird ¹
knauwen; kluiven
- knauwen werkwoord (knauw, knauwt, knauwde, knauwden, geknauwd)
- kluiven werkwoord (kluif, kluift, kloof, kloven, gekloven)

Conjugations for peck:

present

peck
peck
pecks
peck
peck
peck

simple past

pecked
pecked
pecked
pecked
pecked
pecked

present perfect

have pecked
have pecked
has pecked
have pecked
have pecked
have pecked

past continuous

was pecking
were pecking
was pecking
were pecking
were pecking
were pecking

future

shall peck
will peck
will peck
shall peck
will peck
will peck

continuous present

am pecking
are pecking
is pecking
are pecking
are pecking
are pecking

subjunctive

be pecked
be pecked
be pecked
be pecked
be pecked
be pecked

diverse

peck!
let's peck!
pecked
pecking

1. I, 2. you, 3. he/she/it, 4. we, 5. you, 6. they

peck [the ~] zelfstandig naamwoord

the peck (little kiss)

– kiss lightly ¹
het kusje; het zoentje
- kusje [het ~] zelfstandig naamwoord
- zoentje [het ~] zelfstandig naamwoord

Vertaal Matrix voor peck:

Zelfstandig Naamwoord	Verwante vertalingen	Andere vertalingen
kusje	little kiss; peck
zoentje	little kiss; peck
Werkwoord	Verwante vertalingen	Andere vertalingen
kluiven	gnaw; munch; nibble; nybble; peck; pick
knauwen	gnaw; munch; nibble; nybble; peck; pick	gnaw; hurt; injure; munch; nibble; nybble; pick
schaften	dine; eat; peck; sup
spijzen	munch; nibble; nourish; nybble; peck
-	beak; hen-peck; nag; peck at; pick; pick at; pick up; smack

Verwante woorden van "peck":

pecking

Synoniemen voor "peck":

batch; deal; flock; good deal; great deal; hatful; heap; lot; mass; mess; mickle; mint; muckle; pile; plenty; pot; quite a little; raft; sight; slew; spate; stack; tidy sum; wad; whole lot; whole slew; large indefinite quantity; large indefinite amount
British capacity unit; Imperial capacity unit
United States dry unit
pick; beak; strike
pick up; eat
smack; kiss; buss; osculate
pick at; peck at
nag; hen-peck; complain; kick; plain; sound off; quetch; kvetch

Verwante definities voor "peck":

a United States dry measure equal to 8 quarts or 537.605 cubic inches¹
a British imperial capacity measure (liquid or dry) equal to 2 gallons¹
bother persistently with trivial complaints¹
eat like a bird¹
eat by pecking at, like a bird¹
hit lightly with a picking motion¹
kiss lightly¹

Wiktionary: peck

peck

verb

(met de snavel) prikken
- pikken → peck

Remove Ads

Vertaal pecker van Engels naar Nederlands

Uitgebreide vertaling voor pecker (Engels) in het Nederlands

pecker:

pecker [the ~] zelfstandig naamwoord

the pecker (bill; beak)

Vertaal Matrix voor pecker:

Verwante woorden van "pecker":

Synoniemen voor "pecker":

Verwante definities voor "pecker":

Wiktionary: pecker

peck:

to peck werkwoord (pecks, pecked, pecking)

to peck (eat; dine; sup)

to peck (nibble; nourish; munch; nybble)

to peck (gnaw; nibble; pick; munch; nybble)

Conjugations for peck:

present

simple past

present perfect

past continuous

future

continuous present

subjunctive

diverse

peck [the ~] zelfstandig naamwoord

the peck (little kiss)

Vertaal Matrix voor peck:

Verwante woorden van "peck":

Synoniemen voor "peck":

Verwante definities voor "peck":

Wiktionary: peck