Overzicht
Engels naar Nederlands:   Meer gegevens...
  1. pastime:
  2. Wiktionary:


Engels

Uitgebreide vertaling voor pastime (Engels) in het Nederlands

pastime:

pastime [the ~] zelfstandig naamwoord

  1. the pastime
    – a diversion that occupies one's time and thoughts (usually pleasantly) 1
    het tijdverdrijf
  2. the pastime
    – a diversion that occupies one's time and thoughts (usually pleasantly) 1
    de tijdsbesteding
  3. the pastime (hobby; pet subject)
    – a diversion that occupies one's time and thoughts (usually pleasantly) 1
    de liefhebberij
  4. the pastime (hobby; action)
    – a diversion that occupies one's time and thoughts (usually pleasantly) 1
    de hobby; de bezigheid
    • hobby [de ~ (m)] zelfstandig naamwoord
    • bezigheid [de ~ (v)] zelfstandig naamwoord

Vertaal Matrix voor pastime:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
bezigheid action; hobby; pastime activity; bustle; diligence; industry; job; occupation; pursuit; work; zeal
hobby action; hobby; pastime
liefhebberij hobby; pastime; pet subject
tijdsbesteding pastime
tijdverdrijf pastime
- interest; pursuit

Verwante woorden van "pastime":

  • pastimes

Synoniemen voor "pastime":


Verwante definities voor "pastime":

  1. a diversion that occupies one's time and thoughts (usually pleasantly)1
    • sailing is her favorite pastime1
    • his main pastime is gambling1

Wiktionary: pastime

pastime
noun
  1. that which amuses

Cross Translation:
FromToVia
pastime tijdverdrijf passe-temps — Divertissement, occupation légère et agréable
pastime tijdverdrijf passetempsdivertissement, occupation léger et agréable.