Parade in het Nederlands vertaald uit het Engels

Remove Ads

Overzicht

Engels naar Nederlands: Meer gegevens...

parade:
- parade; defilé
- flaneren; wandelen; lopen; slenteren; kuieren; rondslenteren; paraderen; vertonen; tonen; exposeren; tentoonstellen; voor ogen brengen
Wiktionary:
- parade → parade, optocht, defilé, samenscholing
- parade → afhalen, defileren, paraderen, pralen, prijken, pronken, pomp, luister, praal, pracht, vertoon, corso, parade, pralerij, pracht en praal, smeren, besmeren, doorsmeren

Engels

Uitgebreide vertaling voor parade (Engels) in het Nederlands

parade:

parade [the ~] zelfstandig naamwoord

the parade (march past)
de parade; de defilé
- parade [de ~ (v)] zelfstandig naamwoord
- defilé [de ~] zelfstandig naamwoord

to parade werkwoord (parades, paraded, parading)

to parade (saunter; lounge)
flaneren
- flaneren werkwoord (flaneer, flaneert, flaneerde, flaneerden, geflaneerd)
to parade (stroll; walk; promenade; saunter; amble)
wandelen; lopen; slenteren; kuieren; rondslenteren
- wandelen werkwoord (wandel, wandelt, wandelde, wandelden, gewandeld)
- lopen werkwoord (loop, loopt, liep, liepen, gelopen)
- slenteren werkwoord (slenter, slentert, slenterde, slenterden, geslenterd)
- kuieren werkwoord (kuier, kuiert, kuierde, kuierden, gekuierd)
- rondslenteren werkwoord (slenter rond, slentert rond, slenterde rond, slenterden rond, rondgeslenterd)
to parade
paraderen
- paraderen werkwoord (paradeer, paradeert, paradeerde, paradeerden, geparadeerd)
to parade (exhibit; present; display; be on show)
vertonen; tonen; exposeren; tentoonstellen; voor ogen brengen
- vertonen werkwoord (vertoon, vertoont, vertoonde, vertoonden, vertoond)
- tonen werkwoord (toon, toont, toonde, toonden, getoond)
- exposeren werkwoord (exposeer, exposeert, exposeerde, exposeerden, geëxposeerd)
- tentoonstellen werkwoord (stel tentoon, stelt tentoon, stelde tentoon, stelden tentoon, tentoongesteld)
- voor ogen brengen werkwoord

Conjugations for parade:

present

parade
parade
parades
parade
parade
parade

simple past

paraded
paraded
paraded
paraded
paraded
paraded

present perfect

have paraded
have paraded
has paraded
have paraded
have paraded
have paraded

past continuous

was parading
were parading
was parading
were parading
were parading
were parading

future

shall parade
will parade
will parade
shall parade
will parade
will parade

continuous present

am parading
are parading
is parading
are parading
are parading
are parading

subjunctive

be paraded
be paraded
be paraded
be paraded
be paraded
be paraded

diverse

parade!
let's parade!
paraded
parading

1. I, 2. you, 3. he/she/it, 4. we, 5. you, 6. they

Vertaal Matrix voor parade:

Zelfstandig Naamwoord	Verwante vertalingen	Andere vertalingen
defilé	march past; parade
lopen		coming and going; running; trotting; walking; walking around
parade	march past; parade	ceremony; exhibition; performance; show; showing
tonen		demonstrating; showing
Werkwoord	Verwante vertalingen	Andere vertalingen
exposeren	be on show; display; exhibit; parade; present	display; exhibit; show
flaneren	lounge; parade; saunter
kuieren	amble; parade; promenade; saunter; stroll; walk
lopen	amble; parade; promenade; saunter; stroll; walk	be going to; flow; go; move; move on; run; step; stream; tread; walk
paraderen	parade
rondslenteren	amble; parade; promenade; saunter; stroll; walk	knock about; lounge about; saunter about; walk about; walk round
slenteren	amble; parade; promenade; saunter; stroll; walk	saunter; stroll
tentoonstellen	be on show; display; exhibit; parade; present	display; exhibit; show; showcase
tonen	be on show; display; exhibit; parade; present	display; exhibit; offer; present; show
vertonen	be on show; display; exhibit; parade; present	display; exhibit; offer; present; show
voor ogen brengen	be on show; display; exhibit; parade; present
wandelen	amble; parade; promenade; saunter; stroll; walk
-	exhibit; march; promenade; troop
Over	Verwante vertalingen	Andere vertalingen
-	make a display of

Verwante woorden van "parade":

parading, parades

Synoniemen voor "parade":

Verwante definities voor "parade":

a visible display¹
- she made a parade of her sorrows¹
a ceremonial procession including people marching¹
an extended (often showy) succession of persons or things¹
- a parade of strollers on the mall¹
- a parade of witnesses¹
march in a procession¹
- the veterans paraded down the street¹
walk ostentatiously¹
- She parades her new husband around town¹

Wiktionary: parade

parade

noun

organized procession
- parade → parade; optocht; defilé

parade

noun

het samenscholen
- samenscholing → accumulation; assembly; parade; roll-call

Cross Translation:

From	To	Via
• parade	→ afhalen; defileren	↔ défiler — détacher une chose du fil du cordon où elle passer.
• parade	→ paraderen; pralen; prijken; pronken	↔ parader — Traductions à trier suivant le sens
• parade	→ pomp; luister; praal; pracht; vertoon; corso; parade; pralerij; pracht en praal	↔ pompe — cortège solennel, déploiement de fastes, appareil magnifique, somptueux.
• parade	→ smeren; besmeren; doorsmeren	↔ étaler — Traductions à trier suivant le sens.

Verwante vertalingen van parade

Remove Ads

Vertaal parade van Engels naar Nederlands

Uitgebreide vertaling voor parade (Engels) in het Nederlands

parade:

parade [the ~] zelfstandig naamwoord

the parade (march past)

to parade werkwoord (parades, paraded, parading)

to parade (saunter; lounge)

to parade (stroll; walk; promenade; saunter; amble)

to parade

to parade (exhibit; present; display; be on show)

Conjugations for parade:

present

simple past

present perfect

past continuous

future

continuous present

subjunctive

diverse

Vertaal Matrix voor parade:

Verwante woorden van "parade":

Synoniemen voor "parade":

Verwante definities voor "parade":

Wiktionary: parade

Verwante vertalingen van parade