Home ->Woordenboeken ->Engels/Nederlands ->Vertaal pacifier

Vertaal pacifier van Engels naar Nederlands

Overzicht

Engels naar Nederlands: Meer gegevens...

pacifier:
- speen; fopspeen; trooster
pacify:
- pacificeren
Wiktionary:
- pacifier → fopspeen, speen
- pacifier → fopspeen
- pacify → pacificeren
- pacify → stillen, sussen, temmen, tot rust brengen, verslaan

Engels

Uitgebreide vertaling voor pacifier (Engels) in het Nederlands

pacifier:

pacifier [the ~] zelfstandig naamwoord

the pacifier (dummy teat; teat; comforter; consoler)
de speen; de fopspeen
- speen [de ~] zelfstandig naamwoord
- fopspeen [de ~] zelfstandig naamwoord
the pacifier (comforter; teat; dummy; mamilla; consoler; rubber-teat)
de trooster
- trooster [de ~ (m)] zelfstandig naamwoord

Vertaal Matrix voor pacifier:

Zelfstandig Naamwoord	Verwante vertalingen	Andere vertalingen
fopspeen	comforter; consoler; dummy teat; pacifier; teat
speen	comforter; consoler; dummy teat; pacifier; teat
trooster	comforter; consoler; dummy; mamilla; pacifier; rubber-teat; teat
-	baby's dummy; comforter; conciliator; make-peace; peacemaker; reconciler; teething ring
Over	Verwante vertalingen	Andere vertalingen
-	dummy; tit

Verwante woorden van "pacifier":

pacifiers

Synoniemen voor "pacifier":

conciliator; make-peace; peacemaker; reconciler; mediator; go-between; intermediator; intermediary; intercessor
comforter; baby's dummy; teething ring; device

Verwante definities voor "pacifier":

device used for an infant to suck or bite on¹
anything that serves to pacify¹
someone who tries to bring peace¹

Wiktionary: pacifier

pacifier

noun

for a baby
- pacifier → fopspeen; speen

Cross Translation:

From	To	Via
• pacifier	→ fopspeen	↔ tétine — Succédané de biberon

pacifier vorm van pacify:

to pacify werkwoord (pacifies, pacified, pacifying)

to pacify
pacificeren
- pacificeren werkwoord (pacificeer, pacificeert, pacificeerde, pacificeerden, gepacificeerd)

Conjugations for pacify:

present

pacify
pacify
pacifies
pacify
pacify
pacify

simple past

pacified
pacified
pacified
pacified
pacified
pacified

present perfect

have pacified
have pacified
has pacified
have pacified
have pacified
have pacified

past continuous

was pacifying
were pacifying
was pacifying
were pacifying
were pacifying
were pacifying

future

shall pacify
will pacify
will pacify
shall pacify
will pacify
will pacify

continuous present

am pacifying
are pacifying
is pacifying
are pacifying
are pacifying
are pacifying

subjunctive

be pacified
be pacified
be pacified
be pacified
be pacified
be pacified

diverse

pacify!
let's pacify!
pacified
pacifying

1. I, 2. you, 3. he/she/it, 4. we, 5. you, 6. they

Vertaal Matrix voor pacify:

Werkwoord	Verwante vertalingen	Andere vertalingen
pacificeren	pacify
-	appease; assuage; conciliate; gentle; gruntle; lenify; mollify; placate

Verwante woorden van "pacify":

pacifying, pacification

Synoniemen voor "pacify":

lenify; conciliate; assuage; appease; mollify; placate; gentle; gruntle; calm; calm down; quiet; tranquilize; tranquillize; tranquillise; quieten; lull; still
establish; give

Verwante definities voor "pacify":

fight violence and try to establish peace in (a location)¹
- The U.N. troops are working to pacify Bosnia¹
cause to be more favorably inclined; gain the good will of¹

Wiktionary: pacify

pacify

verb

tot vrede of tot rust brengen
- pacificeren → pacify

Cross Translation:

From	To	Via
• pacify	→ stillen; sussen; temmen; tot rust brengen; verslaan	↔ apaiser — ramener au calme, à un état paisible.

¹WordNet 3.0 Copyright 2006 by Princeton University