Overzicht
Engels naar Nederlands: Meer gegevens...
- overburdening:
- overburden:
-
Wiktionary:
- overburden → overbelasten, overladen
Engels
Uitgebreide vertaling voor overburdening (Engels) in het Nederlands
overburdening:
-
the overburdening
Vertaal Matrix voor overburdening:
Zelfstandig Naamwoord | Verwante vertalingen | Andere vertalingen |
overbelasting | overburdening |
Verwante woorden van "overburdening":
overburden:
-
to overburden (overload)
Conjugations for overburden:
present
- overburden
- overburden
- overburdens
- overburden
- overburden
- overburden
simple past
- overburdened
- overburdened
- overburdened
- overburdened
- overburdened
- overburdened
present perfect
- have overburdened
- have overburdened
- has overburdened
- have overburdened
- have overburdened
- have overburdened
past continuous
- was overburdening
- were overburdening
- was overburdening
- were overburdening
- were overburdening
- were overburdening
future
- shall overburden
- will overburden
- will overburden
- shall overburden
- will overburden
- will overburden
continuous present
- am overburdening
- are overburdening
- is overburdening
- are overburdening
- are overburdening
- are overburdening
subjunctive
- be overburdened
- be overburdened
- be overburdened
- be overburdened
- be overburdened
- be overburdened
diverse
- overburden!
- let's overburden!
- overburdened
- overburdening
1. I, 2. you, 3. he/she/it, 4. we, 5. you, 6. they
Vertaal Matrix voor overburden:
Zelfstandig Naamwoord | Verwante vertalingen | Andere vertalingen |
forceren | force; pressing on | |
- | overload | |
Werkwoord | Verwante vertalingen | Andere vertalingen |
forceren | overburden; overload | adjourn; break down; coerce; compel; enforce; force; oblige; sever |
overbelasten | overburden; overload | |
Over | Verwante vertalingen | Andere vertalingen |
- | overload |
Verwante woorden van "overburden":
Synoniemen voor "overburden":
Verwante definities voor "overburden":
Wiktionary: overburden
Cross Translation:
From | To | Via |
---|---|---|
• overburden | → overbelasten; overladen | ↔ accabler — faire succomber sous un poids. |