Engels
Uitgebreide vertaling voor overbearing (Engels) in het Nederlands
overbearing:
-
overbearing (self-satisfied; presumptuous; haughty; condescending; stuck-up; arrogant)
zelfgenoegzaam; zelfingenomen; ijdel; verwaand; ingebeeld-
zelfgenoegzaam bijvoeglijk naamwoord
-
zelfingenomen bijvoeglijk naamwoord
-
ijdel bijvoeglijk naamwoord
-
verwaand bijvoeglijk naamwoord
-
ingebeeld bijvoeglijk naamwoord
-
-
overbearing (insolent; impudent; presumptuous; shameless; arrogant)
onbeschaamd; onbeschoft; ongegeneerd; respectloos; aanmatigend-
onbeschaamd bijvoeglijk naamwoord
-
onbeschoft bijvoeglijk naamwoord
-
ongegeneerd bijvoeglijk naamwoord
-
respectloos bijvoeglijk naamwoord
-
aanmatigend bijvoeglijk naamwoord
-
-
overbearing (insufferable; unbearable)
onuitstaanbaar; onverdraaglijk; ondraaglijk-
onuitstaanbaar bijvoeglijk naamwoord
-
onverdraaglijk bijvoeglijk naamwoord
-
ondraaglijk bijvoeglijk naamwoord
-