Organization in het Nederlands vertaald uit het Engels

Overzicht

Engels naar Nederlands: Meer gegevens...

organization:
- organisatie; instelling; instantie; lichaam; broederschap; georganiseerd gezelschap
Wiktionary:
- organization → ordening, organisatie
- organization → inrichting, organisatie

Engels

Uitgebreide vertaling voor organization (Engels) in het Nederlands

the organization (bureau; office; organisation)
de organisatie; de instelling; de instantie; het lichaam
- organisatie [de ~ (v)] zelfstandig naamwoord
- instelling [de ~ (v)] zelfstandig naamwoord
- instantie [de ~ (v)] zelfstandig naamwoord
- lichaam [het ~] zelfstandig naamwoord
the organization (corporation; guild; craft; professional organization; organisation; professional organisation)
de broederschap; georganiseerd gezelschap
- broederschap [de ~ (v)] zelfstandig naamwoord
- georganiseerd gezelschap [znw.] zelfstandig naamwoord
the organization

– The top level of a business hierarchy. ¹
de organisatie
- organisatie [de ~ (v)] zelfstandig naamwoord

Zelfstandig Naamwoord	Verwante vertalingen	Andere vertalingen
broederschap	corporation; craft; guild; organisation; organization; professional organisation; professional organization	alliance; association; coalition; fellowship; pact; society; treaty; union
georganiseerd gezelschap	corporation; craft; guild; organisation; organization; professional organisation; professional organization
instantie	bureau; office; organisation; organization	authority; ruler
instelling	bureau; office; organisation; organization	adjustment; establishment; foundation; founding; getting sharp; installation; mental state; mentality; setting; state of mind; tuning
lichaam	bureau; office; organisation; organization	anatomy; body; corpus; human body
organisatie	bureau; office; organisation; organization	association; building; circle; club; construction; corporation; craft; craft guild; craft union; guild; professional organisation; professional organization; society; union
-	administration; arrangement; brass; constitution; establishment; formation; governance; governing body; organisation; system

the act of forming or establishing something²
- he still remembers the organization of the club²
the activity or result of distributing or disposing persons or things properly or methodically²
- his organization of the work force was very efficient²
the act of organizing a business or an activity related to a business²
- he was brought in to supervise the organization of a new department²
an ordered manner; orderliness by virtue of being methodical and well organized²
- his compulsive organization was not an endearing quality²
an organized structure for arranging or classifying²
- the facts were familiar but it was in the organization of them that he was original²
a group of people who work together²
the persons (or committees or departments etc.) who make up a body for the purpose of administering something²
The top level of a business hierarchy.¹

organization

noun

quality of being organized
- organization → ordening
group of people or other legal entities with an explicit purpose and written rules
- organization → organisatie
group of people consciously cooperating
- organization → organisatie

organization

noun

het organiseren
- organisatie → organization
de manier waarop iets georganiseerd is
- organisatie → organization
een groep die een bepaald doel of of bepaalde rol heeft
- organisatie → organization

Cross Translation:

From	To	Via
• organization	→ inrichting	↔ Einrichtung — die Handlung, etwas zu gründen bzw. zu erstellen
• organization	→ organisatie	↔ Organisation — Physik: das geordnete, strukturierte Zusammenspiel von Elementen und Faktoren als Gegensatz zum unbestimmten Chaos