Orbit in het Nederlands vertaald uit het Engels

Overzicht

Engels naar Nederlands: Meer gegevens...

orbit:
- draaicirkel; toer; weg van hemellichaam; loopbaan; omwenteling; oogholte; oogkas; omloopbaan
Wiktionary:
- orbit → baan, oogkas
- orbit → omcirkelen, omlopen
- orbit → baan

Engels

Uitgebreide vertaling voor orbit (Engels) in het Nederlands

the orbit (revolution)
de draaicirkel; de toer
- draaicirkel [de ~ (m)] zelfstandig naamwoord
- toer [de ~ (m)] zelfstandig naamwoord
the orbit
weg van hemellichaam; de loopbaan
- weg van hemellichaam [znw.] zelfstandig naamwoord
- loopbaan [de ~] zelfstandig naamwoord
the orbit (revolution; rotation; turn)
de omwenteling
- omwenteling [de ~ (v)] zelfstandig naamwoord
the orbit (eye-socket; cranial orbit; eye socket; orbital cavity)

– the bony cavity in the skull containing the eyeball ¹
de oogholte; de oogkas
- oogholte [de ~ (v)] zelfstandig naamwoord
- oogkas [de ~] zelfstandig naamwoord
the orbit

– A number assigned to a parked call by the call park server. ²
de omloopbaan
- omloopbaan [de ~] zelfstandig naamwoord

Zelfstandig Naamwoord	Verwante vertalingen	Andere vertalingen
draaicirkel	orbit; revolution
loopbaan	orbit	career
omloopbaan	orbit
omwenteling	orbit; revolution; rotation; turn	revolution; rotation
oogholte	cranial orbit; eye socket; eye-socket; orbit; orbital cavity
oogkas	cranial orbit; eye socket; eye-socket; orbit; orbital cavity
toer	orbit; revolution	achievement; drive; excursion; expedition; handiness; hike; hiking tour; journey; making one's round; march; outing; stunt; tour; tour de force; tour of inspection; trip; voyage
weg van hemellichaam	orbit
-	ambit; area; arena; celestial orbit; compass; cranial orbit; domain; electron orbit; eye socket; field; orbital cavity; range; reach; scope; sphere
Werkwoord	Verwante vertalingen	Andere vertalingen
-	orb; revolve

an area in which something acts or operates or has power or control:¹
- in the political orbit of a world power¹
the bony cavity in the skull containing the eyeball¹
the (usually elliptical) path described by one celestial body in its revolution about another¹
- he plotted the orbit of the moon¹
the path of an electron around the nucleus of an atom¹
a particular environment or walk of life¹
- he's out of my orbit¹
move in an orbit¹
- The moon orbits around the Earth¹
- The planets are orbiting the sun¹
- electrons orbit the nucleus¹
To move the camera around a 3D object.²
A number assigned to a parked call by the call park server.²

orbit

noun

verb

orbit

noun

Cross Translation:

From	To	Via
• orbit	→ baan	↔ Bahn — die Orbitalbahn