Overzicht
Engels naar Nederlands:   Meer gegevens...
  1. oath:
  2. Wiktionary:


Engels

Uitgebreide vertaling voor oath (Engels) in het Nederlands

oath:

oath [the ~] zelfstandig naamwoord

  1. the oath (vow)
    de eed
    • eed [de ~ (m)] zelfstandig naamwoord
  2. the oath (promise; commitment; engagement; )
    de toezegging; de belofte; de gelofte
    • toezegging [de ~ (v)] zelfstandig naamwoord
    • belofte [de ~ (v)] zelfstandig naamwoord
    • gelofte [de ~ (v)] zelfstandig naamwoord

Vertaal Matrix voor oath:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
belofte commitment; engagement; oath; obligation; pledge; promise; undertaking; vow
eed oath; vow
gelofte commitment; engagement; oath; obligation; pledge; promise; undertaking; vow
toezegging commitment; engagement; oath; obligation; pledge; promise; undertaking; vow
- curse; curse word; cuss; expletive; swearing; swearword

Synoniemen voor "oath":


Verwante definities voor "oath":

  1. a commitment to tell the truth (especially in a court of law); to lie under oath is to become subject to prosecution for perjury1
  2. profane or obscene expression usually of surprise or anger1
  3. a solemn promise, usually invoking a divine witness, regarding your future acts or behavior1
    • they took an oath of allegiance1

Wiktionary: oath

oath
noun
  1. affirmed statement
  2. solemn pledge
oath
noun
  1. een plechtige verzekering dat men de waarheid spreekt of een belofte zal nakomen

Cross Translation:
FromToVia
oath bezwering; eed sermentaffirmation ou promesse faite en attester dieu, un être ou un objet sacré.

Verwante vertalingen van oath