Engels

Uitgebreide vertaling voor notifying (Engels) in het Nederlands

notifying:

notifying [the ~] zelfstandig naamwoord

  1. the notifying (giving notice of)
    aanschrijven; aanzeggen

Vertaal Matrix voor notifying:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
aanschrijven giving notice of; notifying
aanzeggen giving notice of; notifying announcement; making known; notification
WerkwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
aanschrijven announce; give notice of
aanzeggen announce; give notice of

Verwante woorden van "notifying":


notify:

to notify werkwoord (notifies, notified, notifying)

  1. to notify (make known; inform; send word)
    informeren; op de hoogte brengen; verwittigen; waarschuwen; van iets in kennis stellen; tippen; inlichten
    • informeren werkwoord (informeer, informeert, informeerde, informeerden, geïnformeerd)
    • verwittigen werkwoord (verwittig, verwittigt, verwittigde, verwittigden, verwittigd)
    • waarschuwen werkwoord (waarschuw, waarschuwt, waarschuwde, waarschuwden, gewaarschuwd)
    • van iets in kennis stellen werkwoord (stel van iets in kennis, stelt van iets in kennis, stelde van iets in kennis, stelden van iets in kennis, van iets in kennis gesteld)
    • tippen werkwoord (tip, tipt, tipte, tipten, getipt)
    • inlichten werkwoord (licht in, lichtte in, lichtten in, ingelicht)

Conjugations for notify:

present
  1. notify
  2. notify
  3. notifies
  4. notify
  5. notify
  6. notify
simple past
  1. notified
  2. notified
  3. notified
  4. notified
  5. notified
  6. notified
present perfect
  1. have notified
  2. have notified
  3. has notified
  4. have notified
  5. have notified
  6. have notified
past continuous
  1. was notifying
  2. were notifying
  3. was notifying
  4. were notifying
  5. were notifying
  6. were notifying
future
  1. shall notify
  2. will notify
  3. will notify
  4. shall notify
  5. will notify
  6. will notify
continuous present
  1. am notifying
  2. are notifying
  3. is notifying
  4. are notifying
  5. are notifying
  6. are notifying
subjunctive
  1. be notified
  2. be notified
  3. be notified
  4. be notified
  5. be notified
  6. be notified
diverse
  1. notify!
  2. let's notify!
  3. notified
  4. notifying
1. I, 2. you, 3. he/she/it, 4. we, 5. you, 6. they

Vertaal Matrix voor notify:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
informeren announcement; information; informing; making known; notification
WerkwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
informeren inform; make known; notify; send word announce; call attention to; indicate; inform; inquire about; instil; instill; make inquiries about; make known; point out; report; state; tell
inlichten inform; make known; notify; send word brief; explain; inform; instruct; learn; prepare; teach; train
op de hoogte brengen inform; make known; notify; send word
tippen inform; make known; notify; send word tick; tick off
van iets in kennis stellen inform; make known; notify; send word
verwittigen inform; make known; notify; send word
waarschuwen inform; make known; notify; send word admonish; alert; blame; castigate; decry; denounce; exhort; rebuke; reprimand; reprove; scarify; warn
- advise; apprise; apprize; give notice; send word
OverVerwante vertalingenAndere vertalingen
- give notice of

Verwante woorden van "notify":


Synoniemen voor "notify":


Verwante definities voor "notify":

  1. inform (somebody) of something1

Wiktionary: notify

notify
verb
  1. (transitive) To give (someone) notice of (something)

Cross Translation:
FromToVia
notify berichten; informeren; inlichten; verwittigen; voorlichten informerinstruire de quelque chose ; faire savoir quelque chose.
notify berichten; informeren; inlichten; verwittigen; voorlichten renseigner — Donner des renseignements. (Sens général).