Overzicht
Engels naar Nederlands:   Meer gegevens...
  1. nitpicker:
  2. nitpick:
  3. Wiktionary:


Engels

Uitgebreide vertaling voor nitpicker (Engels) in het Nederlands

nitpicker:

nitpicker [the ~] zelfstandig naamwoord

  1. the nitpicker (fault-finder; censurer)
    vitter; de bediller
    • vitter [znw.] zelfstandig naamwoord
    • bediller [de ~ (m)] zelfstandig naamwoord

Vertaal Matrix voor nitpicker:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
bediller censurer; fault-finder; nitpicker critical person; fault finder; meddler; nit-picker
vitter censurer; fault-finder; nitpicker caviler; caviller; critical person; fault finder; fault-finder; meddler; nit-picker

Verwante woorden van "nitpicker":

  • nitpickers

Synoniemen voor "nitpicker":


Verwante definities voor "nitpicker":

  1. someone who makes small and unjustified criticisms1

Wiktionary: nitpicker

nitpicker
noun
  1. one who nitpicks

Cross Translation:
FromToVia
nitpicker mierenneuker; muggenzifter Korinthenkackervorwiegend in Deutschland: pedantischer, kleinlicher, perfektionistischer und gleichzeitig auch rechthaberischer, altkluger Mensch

nitpicker vorm van nitpick:

nitpick werkwoord

  1. nitpick (carp; cavil; find fault; find fault with)
    bedillen
    • bedillen werkwoord (bedil, bedilt, bedilde, bedilden, bedild)

Vertaal Matrix voor nitpick:

WerkwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
bedillen carp; cavil; find fault; find fault with; nitpick

Verwante woorden van "nitpick":


Synoniemen voor "nitpick":


Verwante definities voor "nitpick":

  1. be overly critical; criticize minor details1

Wiktionary: nitpick

nitpick
verb
  1. to pick nits
  2. to correct minutiae or find fault