Overzicht
Engels naar Nederlands: Meer gegevens...
- nastiness:
-
nasty:
- gemeen; achterbaks; sluw; geraffineerd; uitgekookt; geslepen; snood; slinks; stiekem; leep; gewiekst; geniepig; listig; doortrapt; gehaaid; gluiperig; misselijk; onpasselijk; naar; onwel; banaal; triviaal; vunzig; laag-bij-de-grond; schunnig; grof; lomp; platvloers; plat; in het geniep; verdacht; obscuur; dubieus; duister; onguur; glibberig; donker; pesterig; kwalijk; ploertig
-
Wiktionary:
- nasty → akelig, beroerd, kwaadaardig, misselijk, naar, onplezierig, ploertig, schunnig
- nasty → afschuwelijk, ijselijk, afgrijselijk, verfoeilijk, abominabel, schril, schel, snerpend, hatelijk, acuut, helder, scherp, bijtend, doordringend, fel, guur, afkeer inboezemend, antipathiek, gemeen, onguur, ploertig, rottig, vuig, akelig, naar, onaangenaam, verdrietelijk, vervelend, lelijk, slecht, verkeerd, beroerd, kwaad, kwalijk, pikant, snijdend, vlijmend, kruidig, prikkelend
Engels
Uitgebreide vertaling voor nastiness (Engels) in het Nederlands
nastiness:
-
the nastiness (malice; spite)
-
the nastiness (crookedness)
Vertaal Matrix voor nastiness:
Zelfstandig Naamwoord | Verwante vertalingen | Andere vertalingen |
boosaardigheid | malice; nastiness; spite | |
gemeenheid | crookedness; malice; nastiness; spite | meanness; wickedness |
kwaadaardigheid | malice; nastiness; spite | |
kwaadwilligheid | malice; nastiness; spite | |
schurkachtigheid | crookedness; nastiness | |
slechtheid | malice; nastiness; spite | badness; meanness; wickedness |
slinksheid | crookedness; nastiness | |
- | bitchiness; cattiness; filth; filthiness; foulness; spite; spitefulness |
Verwante woorden van "nastiness":
Synoniemen voor "nastiness":
Antoniemen van "nastiness":
Verwante definities voor "nastiness":
nasty:
-
nasty (cunning; vicious; mean; shrewd; sly; underhand; vile; slippery; false; sharp; low)
gemeen; achterbaks; sluw; geraffineerd; uitgekookt; geslepen; snood; slinks; stiekem; leep; gewiekst; geniepig; listig; doortrapt; gehaaid; gluiperig-
gemeen bijvoeglijk naamwoord
-
achterbaks bijvoeglijk naamwoord
-
sluw bijvoeglijk naamwoord
-
geraffineerd bijvoeglijk naamwoord
-
uitgekookt bijvoeglijk naamwoord
-
geslepen bijvoeglijk naamwoord
-
snood bijvoeglijk naamwoord
-
slinks bijvoeglijk naamwoord
-
stiekem bijvoeglijk naamwoord
-
leep bijvoeglijk naamwoord
-
gewiekst bijvoeglijk naamwoord
-
geniepig bijvoeglijk naamwoord
-
listig bijvoeglijk naamwoord
-
doortrapt bijvoeglijk naamwoord
-
gehaaid bijvoeglijk naamwoord
-
gluiperig bijvoeglijk naamwoord
-
-
nasty (sickly; nauseous; sick)
misselijk; onpasselijk; naar; onwel-
misselijk bijvoeglijk naamwoord
-
onpasselijk bijvoeglijk naamwoord
-
naar bijvoeglijk naamwoord
-
onwel bijvoeglijk naamwoord
-
-
nasty (banal; coarse; gross; trivial; vulgar; unsavoury; vapid; shabby; below the belt; rotten; unmannerly; trite; unsavory)
banaal; triviaal; vunzig; laag-bij-de-grond; schunnig; grof; lomp; platvloers; plat-
banaal bijvoeglijk naamwoord
-
triviaal bijvoeglijk naamwoord
-
vunzig bijvoeglijk naamwoord
-
laag-bij-de-grond bijvoeglijk naamwoord
-
schunnig bijvoeglijk naamwoord
-
grof bijvoeglijk naamwoord
-
lomp bijvoeglijk naamwoord
-
platvloers bijvoeglijk naamwoord
-
plat bijvoeglijk naamwoord
-
-
nasty (underhand; sneaky; malicious; secretly; sneakily; on the sly; secretive; covert; mean; behind someone's back)
achterbaks; stiekem; doortrapt; listig; geniepig; snood; slinks; in het geniep; gluiperig-
achterbaks bijvoeglijk naamwoord
-
stiekem bijvoeglijk naamwoord
-
doortrapt bijvoeglijk naamwoord
-
listig bijvoeglijk naamwoord
-
geniepig bijvoeglijk naamwoord
-
snood bijvoeglijk naamwoord
-
slinks bijvoeglijk naamwoord
-
in het geniep bijvoeglijk naamwoord
-
gluiperig bijvoeglijk naamwoord
-
-
nasty (behind one's back; vicious; vile; scurvy; low; jarring; foul; ribald; bad; offensive; indecent; falsely; mean; secretly)
stiekem; in het geniep; snood; gluiperig; achterbaks; geniepig-
stiekem bijvoeglijk naamwoord
-
in het geniep bijvoeglijk naamwoord
-
snood bijvoeglijk naamwoord
-
gluiperig bijvoeglijk naamwoord
-
achterbaks bijvoeglijk naamwoord
-
geniepig bijvoeglijk naamwoord
-
-
nasty (obscure; suspicious; suspect; shady; grimy; questionable; dubious; sinister; shifty; unreliable; slimy; scary; problematic; uncertain)
-
nasty (sly)
-
nasty (malicious; wicked)
-
nasty (villainous; mean; base)
Vertaal Matrix voor nasty:
Verwante woorden van "nasty":
Synoniemen voor "nasty":
Antoniemen van "nasty":
Verwante definities voor "nasty":
Wiktionary: nasty
nasty
Cross Translation:
adjective
Cross Translation: