Narrow in het Nederlands vertaald uit het Engels

Remove Ads

Overzicht

Engels naar Nederlands: Meer gegevens...

narrow:
- van geringe breedte; nauw; eng; smalletjes; smal; bekrompen; beperkt van geest
- versmallen; vernauwen
- engte; nauwte
Wiktionary:
- narrow → smal, nauw, eng
- narrow → smal, bekrompen, eng, krap, nauw
Gebruikers suggesties voor narrow:
- smalle

Engels

Uitgebreide vertaling voor narrow (Engels) in het Nederlands

narrow:

narrow bijvoeglijk naamwoord

narrow (tight; small; cramped)

– limited in size or scope ¹
van geringe breedte; nauw; eng; smalletjes; smal
- van geringe breedte bijvoeglijk naamwoord
- nauw bijvoeglijk naamwoord
- eng bijvoeglijk naamwoord
- smalletjes bijwoord
- smal bijvoeglijk naamwoord
narrow (narrow minded)
bekrompen; beperkt van geest
- bekrompen bijvoeglijk naamwoord
- beperkt van geest bijvoeglijk naamwoord

to narrow werkwoord (narrows, narrowed, narrowing)

to narrow
versmallen; vernauwen
- versmallen werkwoord (versmal, versmalt, versmalde, versmalden, versmald)
- vernauwen werkwoord (vernauw, vernauwt, vernauwde, vernauwden, vernauwd)

Conjugations for narrow:

present

narrow
narrow
narrows
narrow
narrow
narrow

simple past

narrowed
narrowed
narrowed
narrowed
narrowed
narrowed

present perfect

have narrowed
have narrowed
has narrowed
have narrowed
have narrowed
have narrowed

past continuous

was narrowing
were narrowing
was narrowing
were narrowing
were narrowing
were narrowing

future

shall narrow
will narrow
will narrow
shall narrow
will narrow
will narrow

continuous present

am narrowing
are narrowing
is narrowing
are narrowing
are narrowing
are narrowing

subjunctive

be narrowed
be narrowed
be narrowed
be narrowed
be narrowed
be narrowed

diverse

narrow!
let's narrow!
narrowed
narrowing

1. I, 2. you, 3. he/she/it, 4. we, 5. you, 6. they

narrow [the ~] zelfstandig naamwoord

the narrow (neck of land; isthmus; narrowing; stricture)
de engte; de nauwte
- engte [de ~ (v)] zelfstandig naamwoord
- nauwte [de ~ (v)] zelfstandig naamwoord

Vertaal Matrix voor narrow:

Zelfstandig Naamwoord	Verwante vertalingen	Andere vertalingen
engte	isthmus; narrow; narrowing; neck of land; stricture	isthmus; narrowness; neck of land; stringency; tightness
nauwte	isthmus; narrow; narrowing; neck of land; stricture
Werkwoord	Verwante vertalingen	Andere vertalingen
vernauwen	narrow
versmallen	narrow
-	constrict; constringe; contract; nail down; narrow down; peg down; pin down; specialise; specialize; specify
Bijvoeglijk Naamwoord	Verwante vertalingen	Andere vertalingen
bekrompen	narrow; narrow minded	bashfull; diffident; narrow minded; narrow-minded; petty
eng	cramped; narrow; small; tight	alarming; creepy; disquieting; disturbing; eerie; fearfull; frightening; frightful; frightning; grisly; grizly; imminent; impending; lugubrious; narrowly; ominous; scary; sinister; spooky; terrifying; threatening
nauw	cramped; narrow; small; tight	narrowly; tight
smal	cramped; narrow; small; tight
-	minute; narrow-minded
Bijwoord	Verwante vertalingen	Andere vertalingen
smalletjes	cramped; narrow; small; tight
Over	Verwante vertalingen	Andere vertalingen
-	narrow down; narrow off
Bijwoord	Verwante vertalingen	Andere vertalingen
beperkt van geest	narrow; narrow minded
van geringe breedte	cramped; narrow; small; tight

Verwante woorden van "narrow":

narrowness, narrowing, narrows, narrower, narrowest, narrowly

Synoniemen voor "narrow":

constricting; constrictive; narrowing; narrowed; narrow-mouthed; slender; thin; strait; straplike; tapered; tapering; limited; narrow-minded
limited
narrow-minded; close-minded; closed-minded; dogmatic; dogmatical; illiberal; intolerant; opinionated; opinionative; self-opinionated; petty; small-minded
bare; marginal
minute; careful
strait; sound
contract; change; narrow down
pin down; peg down; nail down; narrow down; specify; determine
specialize; specialise; alter; vary
constrict; constringe; tighten

Antoniemen van "narrow":

wide; broad-minded; widen; diversify

Verwante definities voor "narrow":

lacking tolerance or flexibility or breadth of view¹
- narrow opinions¹
characterized by painstaking care and detailed examination¹
- a narrow scrutiny¹
limited in size or scope¹
- the narrow sense of a word¹
not wide¹
- a narrow bridge¹
- a narrow line across the page¹
very limited in degree¹
- won by a narrow margin¹
- a narrow escape¹
a narrow strait connecting two bodies of water¹
become tight or as if tight¹
make or become more narrow or restricted¹
- The selection was narrowed¹
- The road narrowed¹
become more focus on an area of activity or field of study¹
define clearly¹

Wiktionary: narrow

narrow

adjective

having a small width
- narrow → smal; nauw

narrow

adjective

met weinig tussenruimte
- eng → narrow
met een geringe breedte
- smal → narrow; slender

Cross Translation:

From	To	Via
• narrow	→ smal	↔ schmal — wenig breit
• narrow	→ bekrompen; eng; krap; nauw; smal	↔ étroit — Traductions à trier suivant le sens

User Translations:

Word	Translation	Votes
narrow	smalle	4

Computer vertaling door derden:

Verwante vertalingen van narrow

Remove Ads

Vertaal narrow van Engels naar Nederlands

Uitgebreide vertaling voor narrow (Engels) in het Nederlands

narrow:

narrow bijvoeglijk naamwoord

narrow (tight; small; cramped)

narrow (narrow minded)

to narrow werkwoord (narrows, narrowed, narrowing)

to narrow

Conjugations for narrow:

present

simple past

present perfect

past continuous

future

continuous present

subjunctive

diverse

narrow [the ~] zelfstandig naamwoord

the narrow (neck of land; isthmus; narrowing; stricture)

Vertaal Matrix voor narrow:

Verwante woorden van "narrow":

Synoniemen voor "narrow":

Antoniemen van "narrow":

Verwante definities voor "narrow":

Wiktionary: narrow

Verwante vertalingen van narrow