Overzicht
Engels naar Nederlands: Meer gegevens...
- multiplication:
- multiply:
-
Wiktionary:
- multiplication → vermenigvuldiging, vermenigvuldigen
- multiplication → vermenigvuldiging
- multiply → vermenigvuldigen
Engels
Uitgebreide vertaling voor multiplication (Engels) in het Nederlands
multiplication:
-
the multiplication (increase)
-
the multiplication (culture; reproduction; cultivation; breeding; growing; production; growth)
de reproductie; de voortplanting; de cultuur; het kweken; voortbrenging; de fokkerij; de fok; de teelt; de verbouw; de aanplant; aankweken; de aankweek; aanfok
Vertaal Matrix voor multiplication:
Verwante woorden van "multiplication":
Synoniemen voor "multiplication":
Verwante definities voor "multiplication":
Wiktionary: multiplication
multiplication
Cross Translation:
noun
multiplication
-
calculation
- multiplication → vermenigvuldiging
-
process
- multiplication → vermenigvuldigen
noun
-
.een vermeerdering tot een veelvoud van het oorspronkelijke aantal
-
een voortplanting
Cross Translation:
From | To | Via |
---|---|---|
• multiplication | → vermenigvuldiging | ↔ Multiplikation — Vorgang oder Verfahren des multiplizieren, malnehmen, vervielfachen |
• multiplication | → vermenigvuldiging | ↔ multiplication — augmentation en nombre. |
multiply:
-
to multiply (duplicate)
vermenigvuldigen; verveelvoudigen-
vermenigvuldigen werkwoord (vermenigvuldig, vermenigvuldigt, vermenigvuldigde, vermenigvuldigden, vermenigvuldigd)
-
verveelvoudigen werkwoord (verveelvoudig, verveelvoudigt, verveelvoudigde, verveelvoudigden, verveelvoudigd)
-
-
to multiply (duplicate)
-
to multiply (reproduce)
vermenigvuldigen; voortplanten-
vermenigvuldigen werkwoord (vermenigvuldig, vermenigvuldigt, vermenigvuldigde, vermenigvuldigden, vermenigvuldigd)
-
-
to multiply (stencil; duplicate)
-
to multiply (augment; expand; increase; accumulate; stow)
Conjugations for multiply:
present
- multiply
- multiply
- multiplies
- multiply
- multiply
- multiply
simple past
- multiplied
- multiplied
- multiplied
- multiplied
- multiplied
- multiplied
present perfect
- have multiplied
- have multiplied
- has multiplied
- have multiplied
- have multiplied
- have multiplied
past continuous
- was multiplying
- were multiplying
- was multiplying
- were multiplying
- were multiplying
- were multiplying
future
- shall multiply
- will multiply
- will multiply
- shall multiply
- will multiply
- will multiply
continuous present
- am multiplying
- are multiplying
- is multiplying
- are multiplying
- are multiplying
- are multiplying
subjunctive
- be multiplied
- be multiplied
- be multiplied
- be multiplied
- be multiplied
- be multiplied
diverse
- multiply!
- let's multiply!
- multiplied
- multiplying
1. I, 2. you, 3. he/she/it, 4. we, 5. you, 6. they
Vertaal Matrix voor multiply:
Zelfstandig Naamwoord | Verwante vertalingen | Andere vertalingen |
kopiëren | copying | |
Werkwoord | Verwante vertalingen | Andere vertalingen |
aangroeien | accumulate; augment; expand; increase; multiply; stow | add to; arise; ascent; expand; extend; grow; increase; rise |
dupliceren | duplicate; multiply | ghost |
kopiëren | duplicate; multiply; stencil | copy; counterfeit; crib; falsify; forge; imitate; make a copy; make a copy of; take off |
multipliceren | duplicate; multiply | |
stencilen | duplicate; multiply; stencil | duplicate |
vermenigvuldigen | duplicate; multiply; reproduce | double; duplicate |
verveelvoudigen | duplicate; multiply | |
voortplanten | multiply; reproduce | |
zich vermeerderen | accumulate; augment; expand; increase; multiply; stow | |
- | breed; manifold; procreate; reproduce | |
Over | Verwante vertalingen | Andere vertalingen |
- | breed; propagate |
Verwante woorden van "multiply":
Synoniemen voor "multiply":
Antoniemen van "multiply":
Verwante definities voor "multiply":
Wiktionary: multiply
multiply
verb
-
transitive: perform multiplication on (a number)
- multiply → vermenigvuldigen
Computer vertaling door derden: