Motor in het Nederlands vertaald uit het Engels

Overzicht

Engels naar Nederlands: Meer gegevens...

motor:
- motor; aandrijving; krachtwerktuig
Wiktionary:
- motor → motorrijtuig, motor
- motor → motorisch
- motor → rijtuig, vehikel, voertuig, wagen, motor

Engels

Uitgebreide vertaling voor motor (Engels) in het Nederlands

the motor (drive; propulsion; propelling-force; force)
de motor; de aandrijving
- motor [de ~ (m)] zelfstandig naamwoord
- aandrijving [de ~ (v)] zelfstandig naamwoord
the motor
de motor; krachtwerktuig
- motor [de ~ (m)] zelfstandig naamwoord
- krachtwerktuig [znw.] zelfstandig naamwoord
the motor

– machine that converts other forms of energy into mechanical energy and so imparts motion ¹
de motor
– machine die loopt op brandstof ²
- motor [de ~ (m)] zelfstandig naamwoord
  - wat voor motor zit er in dit apparaat?²

Zelfstandig Naamwoord	Verwante vertalingen	Andere vertalingen
aandrijving	drive; force; motor; propelling-force; propulsion	driving mechanism; driving unit; propelling-force; propulsion; propulsive force
krachtwerktuig	motor
motor	drive; force; motor; propelling-force; propulsion	bike; engine; motorcycle
Werkwoord	Verwante vertalingen	Andere vertalingen
-	drive
Bijvoeglijk Naamwoord	Verwante vertalingen	Andere vertalingen
-	centrifugal; motive

causing or able to cause motion¹
- motor energy¹
conveying information to the muscles from the CNS¹
- motor nerves¹
machine that converts other forms of energy into mechanical energy and so imparts motion¹
a nonspecific agent that imparts motion¹
- happiness is the aim of all men and the motor of all action¹
travel or be transported in a vehicle¹
- They motored to London for the theater¹

motor

noun

motor

adjective

Cross Translation:

From	To	Via
• motor	→ rijtuig; vehikel; voertuig; wagen	↔ bagnole — France\|fr (familier, fr) voiture, automobile.
• motor	→ motor	↔ moteur — anatomie\|fr muscles qui font se mouvoir un membre.