Overzicht
Engels naar Nederlands:   Meer gegevens...
  1. monopoly:
  2. Wiktionary:


Engels

Uitgebreide vertaling voor monopoly (Engels) in het Nederlands

monopoly:

monopoly [the ~] zelfstandig naamwoord

  1. the monopoly

Vertaal Matrix voor monopoly:

OverVerwante vertalingenAndere vertalingen
monopolie monopoly
- exclusive privilege

Verwante woorden van "monopoly":

  • monopolies

Synoniemen voor "monopoly":


Verwante definities voor "monopoly":

  1. exclusive control or possession of something1
    • They have no monopoly on intelligence1
  2. (economics) a market in which there are many buyers but only one seller1
    • a monopoly on silver1
    • when you have a monopoly you can ask any price you like1

Wiktionary: monopoly

monopoly
noun
  1. market thus controled
  2. holder of such control
  3. exclusive possession
  4. privilege granting such control
  5. situation of exclusive supply
monopoly
noun
  1. het geheel beheersen van een markt door een enkele leverancier

Cross Translation:
FromToVia
monopoly opkoping accaparementaction d’accaparer ; résultat de cette action.
monopoly monopolie monopoletrafic exclusif, faire en vertu d’un privilège.

Verwante vertalingen van monopoly