Overzicht
Engels naar Nederlands:   Meer gegevens...
  1. mistrust:
  2. Wiktionary:


Engels

Uitgebreide vertaling voor mistrust (Engels) in het Nederlands

mistrust:

mistrust [the ~] zelfstandig naamwoord

  1. the mistrust (distrust; suspicion)
    het wantrouwen

Vertaal Matrix voor mistrust:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
wantrouwen distrust; mistrust; suspicion
- distrust; distrustfulness; misgiving; suspicion
WerkwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
wantrouwen distrust; mistrust
- distrust; suspect

Verwante woorden van "mistrust":

  • mistrusting, mistrusts

Synoniemen voor "mistrust":


Antoniemen van "mistrust":


Verwante definities voor "mistrust":

  1. the trait of not trusting others1
  2. doubt about someone's honesty1
  3. regard as untrustworthy; regard with suspicion; have no faith or confidence in1

Wiktionary: mistrust

mistrust
verb
  1. niet vertrouwen

Cross Translation:
FromToVia
mistrust wantrouwen misstrauen — zu einem Menschen oder einer Sache kein Vertrauen haben
mistrust achterdocht; argwaan; wantrouwen méfiancedisposition à se méfier, à soupçonner, crainte habituelle d’tromper.