Overzicht
Engels naar Nederlands:   Meer gegevens...
  1. metier:


Engels

Uitgebreide vertaling voor metier (Engels) in het Nederlands

metier:

metier [the ~] zelfstandig naamwoord

  1. the metier (profession; craft; métier)
    het ambacht; de stiel; métier; het vak
    • ambacht [het ~] zelfstandig naamwoord
    • stiel [de ~ (m)] zelfstandig naamwoord
    • métier [znw.] zelfstandig naamwoord
    • vak [het ~] zelfstandig naamwoord

Vertaal Matrix voor metier:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
ambacht craft; metier; métier; profession job; work
métier craft; metier; métier; profession
stiel craft; metier; métier; profession
vak craft; metier; métier; profession compartment; employment; freezer; freezing compartment; job; occupation; profession; work
- forte; long suit; medium; speciality; specialty; strength; strong point; strong suit

Verwante woorden van "metier":

  • metiers

Synoniemen voor "metier":


Antoniemen van "metier":


Verwante definities voor "metier":

  1. an occupation for which you are especially well suited1
    • in law he found his true metier1
  2. an asset of special worth or utility1