Home ->Woordenboeken ->Engels/Nederlands ->Vertaal merging

Vertaal merging van Engels naar Nederlands

Overzicht
Engels naar Nederlands:   Meer gegevens...
  1. merge:
  2. Wiktionary:

Engels

Uitgebreide vertaling voor merging (Engels) in het Nederlands

merging:


Vertaal Matrix voor merging:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
- coming together; confluence; conflux; meeting
Bijvoeglijk NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
- confluent

Synoniemen voor "merging":


Verwante definities voor "merging":

  1. flowing together1
  2. the act of joining together as one1
    • the merging of the two groups occurred quickly1
  3. a flowing together1

merging vorm van merge:

to merge werkwoord (merges, merge, merging)

  1. to merge (join together; combine; unite; )
    samenvoegen; combineren; bijeen voegen
    • samenvoegen werkwoord (voeg samen, voegt samen, voegde samen, voegden samen, samengevoegd)
    • combineren werkwoord (combineer, combineert, combineerde, combineerden, gecombineerd)
    • bijeen voegen werkwoord
  2. to merge (go together; conform; fuse; )
    samengaan; een fusie aangaan; fuseren
    • samengaan werkwoord (ga samen, gaat samen, ging samen, gingen samen, samengegaan)
    • een fusie aangaan werkwoord
    • fuseren werkwoord (fuseer, fuseert, fuseerde, fuseerden, gefuseerd)
  3. to merge (melt together; fuse; fuze)
    versmelten; fuseren; samensmelten; ineensmelten
    • versmelten werkwoord (versmelt, versmolt, versmolten, versmolten)
    • fuseren werkwoord (fuseer, fuseert, fuseerde, fuseerden, gefuseerd)
    • samensmelten werkwoord (smelt samen, smolt samen, smolten samen, samengesmolten)
    • ineensmelten werkwoord (smelt ineen, smolt ineen, smolten ineen, ineengesmolten)
  4. to merge (fuse; fuze)
    samenvloeien
    • samenvloeien werkwoord (vloei samen, vloeit samen, vloeide samen, vloeiden samen, samengevloeid)

Conjugations for merge:

present
  1. merge
  2. merge
  3. merges
  4. merge
  5. merge
  6. merge
simple past
  1. merge
  2. merge
  3. merge
  4. merge
  5. merge
  6. merge
present perfect
  1. have merge
  2. have merge
  3. has merge
  4. have merge
  5. have merge
  6. have merge
past continuous
  1. was merging
  2. were merging
  3. was merging
  4. were merging
  5. were merging
  6. were merging
future
  1. shall merge
  2. will merge
  3. will merge
  4. shall merge
  5. will merge
  6. will merge
continuous present
  1. am merging
  2. are merging
  3. is merging
  4. are merging
  5. are merging
  6. are merging
subjunctive
  1. be merge
  2. be merge
  3. be merge
  4. be merge
  5. be merge
  6. be merge
diverse
  1. merge!
  2. let's merge!
  5. merge
  6. merging
1. I, 2. you, 3. he/she/it, 4. we, 5. you, 6. they

merge [the ~] zelfstandig naamwoord

  1. the merge
    de samensmelting; de fusie
  2. the merge
    – The process of combining the changes in two distinct branches. A merge operation takes changes that have occurred in the source branch and integrates them into the target branch. Merging integrates all types of changes in the source branch including name changes, file edits, file additions, and file deletions. 2
    samenvoegen

Vertaal Matrix voor merge:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
bijeen voegen joining together; uniting
fusie merge amalgamation; merger
samensmelting merge
WerkwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
bijeen voegen bridge; combine; connect; join together; link; merge; unite
combineren bridge; combine; connect; join together; link; merge; unite combine; join; unite
een fusie aangaan conform; follow; fuse; fuze; go together; go with; merge
fuseren conform; follow; fuse; fuze; go together; go with; melt together; merge
ineensmelten fuse; fuze; melt together; merge
samengaan conform; follow; fuse; fuze; go together; go with; merge
samensmelten fuse; fuze; melt together; merge
samenvloeien fuse; fuze; merge
samenvoegen bridge; combine; connect; join together; link; merge; unite attach; coalesce; combine; connect; join
versmelten fuse; fuze; melt together; merge
- unify; unite
Not SpecifiedVerwante vertalingenAndere vertalingen
samenvoegen merge

Verwante woorden van "merge":

  • merging, merges

Synoniemen voor "merge":


Antoniemen van "merge":

  • disunify

Verwante definities voor "merge":

  1. join or combine1
    • We merged our resources1
  2. become one1
    • the cells merge1
  3. To copy the contents of a differencing disk to the parent disk, or to combine the contents of the differencing disk and the parent disk onto a new virtual hard disk. Merging to the parent disk modifies the parent disk and then deletes the differencing disk. Merging to a new disk leaves both the differencing disk and the parent disk intact.2
  4. The process of combining the changes in two distinct branches. A merge operation takes changes that have occurred in the source branch and integrates them into the target branch. Merging integrates all types of changes in the source branch including name changes, file edits, file additions, and file deletions.2

Wiktionary: merge

merge
noun
  1. joining of two flows
verb
  1. blend gradually into something else
  2. Be combined into a whole
  3. Combine into a whole
Cross Translation:
FromToVia
• merge → samenvoegen; fusioneren ↔ fusionner — opérer une fusion entre des partis, entre des sociétés industrielles ou commerciales, etc.







Uw gratis, snelle en simpele vertaal woordenboek

Copyright © 2000-2024 Interglot ®

Pagina gepresenteerd in 0.0600 seconde
Page rendered in 1.0 seconds