Overzicht
Engels naar Nederlands:   Meer gegevens...
  1. mechanic:
  2. Wiktionary:


Engels

Uitgebreide vertaling voor mechanic (Engels) in het Nederlands

mechanic:

mechanic [the ~] zelfstandig naamwoord

  1. the mechanic
    – a craftsman skilled in operating machine tools 1
    de monteur
    • monteur [de ~ (m)] zelfstandig naamwoord
  2. the mechanic
    de werktuigkundige
  3. the mechanic (automobile mechanic; motor mechanic; auto-mechanic; car-mechanic)
    – someone whose occupation is repairing and maintaining automobiles 1
    de automonteur

Vertaal Matrix voor mechanic:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
automonteur auto-mechanic; automobile mechanic; car-mechanic; mechanic; motor mechanic
monteur mechanic
werktuigkundige mechanic
- auto-mechanic; automobile mechanic; car-mechanic; grease monkey; machinist; shop mechanic
OverVerwante vertalingenAndere vertalingen
- fitter; machinist

Verwante woorden van "mechanic":


Synoniemen voor "mechanic":


Verwante definities voor "mechanic":

  1. resembling the action of a machine1
    • from blank to blank a threadless way I pushed mechanic feet1
  2. someone whose occupation is repairing and maintaining automobiles1
  3. a craftsman skilled in operating machine tools1

Wiktionary: mechanic

mechanic
noun
  1. a skilled worker capable of building or repairing machinery
mechanic
noun
  1. werktuigkundige
  2. beroep|nld, techniek|nld deskundige die machines, apparaten, leidingen e.d. in elkaar zet of herstelt

Cross Translation:
FromToVia
mechanic mecanicien; werktuigkundige mécanicien — (term, surtout par apposition) Celui qui inventer, concevoir, construire des machines.

Verwante vertalingen van mechanic