Overzicht
Engels naar Nederlands:   Meer gegevens...
  1. mayor:
  2. Wiktionary:
  3. Gebruikers suggesties voor mayor:
    • burgermeester


Engels

Uitgebreide vertaling voor mayor (Engels) in het Nederlands

mayor:

mayor [the ~] zelfstandig naamwoord

  1. the mayor (Lord Mayor)
    de burgemeester

Vertaal Matrix voor mayor:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
burgemeester Lord Mayor; mayor
- city manager

Verwante woorden van "mayor":

  • mayors

Synoniemen voor "mayor":


Verwante definities voor "mayor":

  1. the head of a city government1

Wiktionary: mayor

mayor
noun
  1. leader of a city
mayor
noun
  1. hoofd van het gemeentebestuur

Cross Translation:
FromToVia
mayor burgemeester Bürgermeister — Oberhaupt einer Stadt, Gemeinde oder anderen Kommune
mayor burgemeester; burgervader; dorpsburgemeester maire — FR|fr, CA|fr, Suisse|fr Le premier officier municipal d’une commune, municipalité ou CA|fr arrondissement, élire par les conseillers municipaux à l’issue des élections municipales.
mayor administrateur syndic — Celui qui élire ou désigner pour gérer les affaires d’une collectivité.

Verwante vertalingen van mayor