Overzicht
Engels naar Nederlands:   Meer gegevens...
  1. manor:


Engels

Uitgebreide vertaling voor manor (Engels) in het Nederlands

manor:

manor [the ~] zelfstandig naamwoord

  1. the manor (manorial estate; country house; country cottage)
    het landhuis; het buitenverblijf; het buitenhuis
  2. the manor (mansion; villa)
    het herenhuis
  3. the manor (manorial estate)
    het riddergoed

Vertaal Matrix voor manor:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
buitenhuis country cottage; country house; manor; manorial estate
buitenverblijf country cottage; country house; manor; manorial estate
herenhuis manor; mansion; villa
landhuis country cottage; country house; manor; manorial estate
riddergoed manor; manorial estate
- manor house

Verwante woorden van "manor":

  • manors

Synoniemen voor "manor":


Verwante definities voor "manor":

  1. the mansion of a lord or wealthy person1
  2. the landed estate of a lord (including the house on it)1