Overzicht
Engels naar Nederlands:   Meer gegevens...
  1. manic:
  2. Wiktionary:


Engels

Uitgebreide vertaling voor manic (Engels) in het Nederlands

manic:

manic bijvoeglijk naamwoord

  1. manic
    manisch
  2. manic (fanatic; possessed; passionate)
    bezetene; fanatieke

Vertaal Matrix voor manic:

Bijvoeglijk NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
manisch manic
- frenzied
BijwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
bezetene fanatic; manic; passionate; possessed
fanatieke fanatic; manic; passionate; possessed

Synoniemen voor "manic":


Verwante definities voor "manic":

  1. affected with or marked by frenzy or mania uncontrolled by reason1
    • outbursts of drunken violence and manic activity and creativity1

Wiktionary: manic

manic
adjective
  1. ziekelijk aangelegd (opgewonden psychische toestand)