Magic in het Nederlands vertaald uit het Engels

Remove Ads

Overzicht

Engels naar Nederlands: Meer gegevens...

magic:
- magie; gegoochel; goochelarij; tovenarij; hekserij; zwarte magie; toverij; heksenwerk; de kunst van het goochelen; hocus-pocus; toverkracht; toverkunst
Wiktionary:
- magic → goochel, magisch, feeëriek, betoverend, betoverd, tover
- magic → magie, toverij, illusionisme, goochelkunst, tovenarij, toverkunst, toverkracht
- magic → magie, toverkunst

Engels

Uitgebreide vertaling voor magic (Engels) in het Nederlands

magic:

magic [the ~] zelfstandig naamwoord

the magic
de magie
- magie [de ~ (v)] zelfstandig naamwoord
the magic (conjuring; juggling; hocus-pocus)
het gegoochel; de goochelarij
- gegoochel [het ~] zelfstandig naamwoord
- goochelarij [de ~ (v)] zelfstandig naamwoord
the magic (sorcery; enchantment; witchcraft; magic spell; magic power)
de tovenarij
- tovenarij [de ~ (v)] zelfstandig naamwoord
the magic (sorcery; witchcraft; witchery; black magic; magic trick; piece of magic)
de hekserij; zwarte magie; de toverij; het heksenwerk
- hekserij [de ~ (v)] zelfstandig naamwoord
- zwarte magie [znw.] zelfstandig naamwoord
- toverij [de ~ (v)] zelfstandig naamwoord
- heksenwerk [het ~] zelfstandig naamwoord
the magic (the art of magic; jugglery; hocus pocus)
de kunst van het goochelen; de goochelarij; de hocus-pocus
- de kunst van het goochelen [znw.] zelfstandig naamwoord
- goochelarij [de ~ (v)] zelfstandig naamwoord
- hocus-pocus [de ~ (m)] zelfstandig naamwoord
the magic (magic power)
de toverkracht
- toverkracht [de ~] zelfstandig naamwoord
the magic (sorcery; enchantment; witchcraft; magic power; magic spell)
de toverkunst
- toverkunst [de ~ (v)] zelfstandig naamwoord

Vertaal Matrix voor magic:

Zelfstandig Naamwoord	Verwante vertalingen	Andere vertalingen
de kunst van het goochelen	hocus pocus; jugglery; magic; the art of magic
gegoochel	conjuring; hocus-pocus; juggling; magic
goochelarij	conjuring; hocus pocus; hocus-pocus; jugglery; juggling; magic; the art of magic	conjuring trick; magic trick; piece of jugglery
heksenwerk	black magic; magic; magic trick; piece of magic; sorcery; witchcraft; witchery	very difficult job
hekserij	black magic; magic; magic trick; piece of magic; sorcery; witchcraft; witchery
hocus-pocus	hocus pocus; jugglery; magic; the art of magic	hocus-pocus; mumbo-jumbo
magie	magic
tovenarij	enchantment; magic; magic power; magic spell; sorcery; witchcraft
toverij	black magic; magic; magic trick; piece of magic; sorcery; witchcraft; witchery
toverkracht	magic; magic power
toverkunst	enchantment; magic; magic power; magic spell; sorcery; witchcraft
zwarte magie	black magic; magic; magic trick; piece of magic; sorcery; witchcraft; witchery
-	conjuration; conjuring trick; deception; illusion; legerdemain; magic trick; thaumaturgy; trick
Bijvoeglijk Naamwoord	Verwante vertalingen	Andere vertalingen
-	charming; magical; sorcerous; witching; wizard; wizardly
Over	Verwante vertalingen	Andere vertalingen
-	magical; stroke of magic

Verwante woorden van "magic":

magics

Synoniemen voor "magic":

charming; magical; sorcerous; witching; wizard; wizardly; supernatural
thaumaturgy; supernaturalism
magic trick; conjuring trick; trick; legerdemain; conjuration; illusion; deception; performance

Verwante definities voor "magic":

possessing or using or characteristic of or appropriate to supernatural powers¹
- magic signs that protect against adverse influence¹
an illusory feat; considered magical by naive observers¹
any art that invokes supernatural powers¹

Wiktionary: magic

magic

adjective

featuring illusions that are usually performed for entertainment
- magic → goochel; magisch
Producing extraordinary results; wonderful, amazing
- magic → feeëriek; betoverend; magisch
having supernatural talents, properties or qualities
- magic → magisch; betoverd; tover

noun

something spectacular or wonderful
- magic → magie; toverij
illusion performed to give the appearance of magic or the supernatural
- magic → illusionisme; goochelkunst
ritual associated with supernatural magic or mysticism
- magic → tovenarij; toverkunst; magie
use of supernatural rituals, forces etc.
- magic → toverkunst; magie; toverij; toverkracht

magic

noun

toverkunst; kracht waar een tovenaar over beschikt om dingen te verwezenlijken die een bovennatuurlijke indruk maken
- magie → magic

adjective

met een bijzondere, bovennatuurlijke betekenis
- magisch → magic

Cross Translation:

From	To	Via
• magic	→ magie	↔ Zauber — übernatürliche Wirkung, magische Manipulation, die nicht den Naturgesetzen unterliegt; unerklärlicher Vorgang
• magic	→ magie; toverkunst	↔ magie — fanta\|fr art prétendre auquel on attribuer le pouvoir d’opérer, par des moyens occultes, des effets surprenants et merveilleux.

Verwante vertalingen van magic

Remove Ads

Vertaal magic van Engels naar Nederlands

Uitgebreide vertaling voor magic (Engels) in het Nederlands

magic:

magic [the ~] zelfstandig naamwoord

the magic

the magic (conjuring; juggling; hocus-pocus)

the magic (sorcery; enchantment; witchcraft; magic spell; magic power)

the magic (sorcery; witchcraft; witchery; black magic; magic trick; piece of magic)

the magic (the art of magic; jugglery; hocus pocus)

the magic (magic power)

the magic (sorcery; enchantment; witchcraft; magic power; magic spell)

Vertaal Matrix voor magic:

Verwante woorden van "magic":

Synoniemen voor "magic":

Verwante definities voor "magic":

Wiktionary: magic

Verwante vertalingen van magic