Overzicht
Engels naar Nederlands: Meer gegevens...
- lowering:
- lower:
-
Wiktionary:
- lowering → verlaging
- lowering → kleinering, debâcle, ondergang, verval, rampspoed, tegenspoed, achteruitgang, verflauwing, vermindering, besnoeiing, daling, verlaging, verzakking, val, vernedering, verootmoediging, degradatie, degeneratie, ontaarding, verwording
- lower → neerlaten, strijken, verlagen, vieren
- lower → opvieren, vieren, uitvieren, botvieren, uitschieten, afhalen, meebrengen, meenemen, vergaderen, medenemen, medebrengen, aandragen, bezorgen, brengen, aanbrengen, voorleiden, onderste, herleiden, inkrimpen, reduceren, vereenvoudigen, zetten
Engels
Uitgebreide vertaling voor lowering (Engels) in het Nederlands
lowering:
-
the lowering (humiliation; debasement; degradation; reduction; abasement)
de vernedering
Vertaal Matrix voor lowering:
Zelfstandig Naamwoord | Verwante vertalingen | Andere vertalingen |
vernedering | abasement; debasement; degradation; humiliation; lowering; reduction | |
- | letting down | |
Bijvoeglijk Naamwoord | Verwante vertalingen | Andere vertalingen |
- | heavy; sullen; threatening |
Verwante woorden van "lowering":
Synoniemen voor "lowering":
Verwante definities voor "lowering":
Wiktionary: lowering
lowering
Cross Translation:
noun
-
act of something being lowered
- lowering → verlaging
Cross Translation:
From | To | Via |
---|---|---|
• lowering | → kleinering; debâcle; ondergang; verval; rampspoed; tegenspoed; achteruitgang; verflauwing; vermindering; besnoeiing; daling; verlaging; verzakking; val; vernedering; verootmoediging; degradatie; degeneratie; ontaarding; verwording | ↔ abaissement — action d’abaisser, de s’abaisser, ou résultat de cette action. |
lower:
-
to lower (reduce; mark down)
-
to lower (descend; let descent)
neer laten zakken-
neer laten zakken werkwoord
-
Conjugations for lower:
present
- lower
- lower
- lowers
- lower
- lower
- lower
simple past
- lowered
- lowered
- lowered
- lowered
- lowered
- lowered
present perfect
- have lowered
- have lowered
- has lowered
- have lowered
- have lowered
- have lowered
past continuous
- was lowering
- were lowering
- was lowering
- were lowering
- were lowering
- were lowering
future
- shall lower
- will lower
- will lower
- shall lower
- will lower
- will lower
continuous present
- am lowering
- are lowering
- is lowering
- are lowering
- are lowering
- are lowering
subjunctive
- be lowered
- be lowered
- be lowered
- be lowered
- be lowered
- be lowered
diverse
- lower!
- let's lower!
- lowered
- lowering
1. I, 2. you, 3. he/she/it, 4. we, 5. you, 6. they
Vertaal Matrix voor lower:
Zelfstandig Naamwoord | Verwante vertalingen | Andere vertalingen |
- | lower berth | |
Werkwoord | Verwante vertalingen | Andere vertalingen |
lager maken | lower; mark down; reduce | |
neer laten zakken | descend; let descent; lower | |
verlagen | lower; mark down; reduce | curtail; decrease; diminish; dwindle; lessen; mark down; reduce; scale down; shrink away |
- | bring down; depress; frown; get down; glower; let down; lour; take down; turn down | |
Over | Verwante vertalingen | Andere vertalingen |
- | bring down; reduce; the lower |
Verwante woorden van "lower":
Synoniemen voor "lower":
Antoniemen van "lower":
Verwante definities voor "lower":
Wiktionary: lower
lower
Cross Translation:
verb
Cross Translation:
From | To | Via |
---|---|---|
• lower | → opvieren; vieren; uitvieren; botvieren; uitschieten | ↔ fieren — Seemannssprache: ein Tau, eine Kette kontrolliert ablaufen lassen, um Lasten, Segel, Anker und dergleichen herunterzulassen |
• lower | → afhalen; meebrengen; meenemen; vergaderen; medenemen; medebrengen; aandragen; bezorgen; brengen; aanbrengen; voorleiden | ↔ amener — mener d’un lieu à un autre. |
• lower | → onderste | ↔ inférieur — Qui placer au-dessous, en bas. |
• lower | → herleiden; inkrimpen; reduceren; vereenvoudigen; zetten | ↔ réduire — restreindre, diminuer, ou faire diminuer. |