Overzicht
Engels naar Nederlands: Meer gegevens...
- light:
-
Wiktionary:
- light → triviaal, onbelangrijk, licht, verkeerd, lichtgevend, lichtend, helder
- light → bijlichten, lichten, aansteken, aanmaken
- light → vuurtje, licht
- light → licht, klaar, hel, helder, lichtend, duidelijk, uitgesproken, zuiver, aanmaken, aansteken, doen ontbranden, ontsteken, stoken, zwak, bijtend, doordringend, fel, guur, schel, scherp, schril, snerpend, fijn, spitsvondig, subtiel, ad rem, geestig, gevat, snedig, gekuist, schijn, schijnsel, verlichten, verhelderen, bijlichten
Engels
Uitgebreide vertaling voor light (Engels) in het Nederlands
light:
-
light (not dark)
-
light
-
light (light as a feather)
vederlicht-
vederlicht bijvoeglijk naamwoord
-
-
light (frivolous)
-
to light (set fire to; ignite; strike; inflame; kindle; make burning)
-
to light (switch on; turn on; connect; put on; start)
-
to light (shine on; lighten; light up; shine upon; shine)
-
to light (get a lighter shade of colour; light up; lighten; lighten up)
-
to light (kindle)
-
to light (ignite; inflame; kindle; put on)
-
to light (light up; shine up)
-
to light (put on the fire)
Conjugations for light:
present
- light
- light
- lights
- light
- light
- light
simple past
- lit
- lit
- lit
- lit
- lit
- lit
present perfect
- have lit
- have lit
- has lit
- have lit
- have lit
- have lit
past continuous
- was lighting
- were lighting
- was lighting
- were lighting
- were lighting
- were lighting
future
- shall light
- will light
- will light
- shall light
- will light
- will light
continuous present
- am lighting
- are lighting
- is lighting
- are lighting
- are lighting
- are lighting
subjunctive
- be lit
- be lit
- be lit
- be lit
- be lit
- be lit
diverse
- light!
- let's light!
- lit
- lighting
1. I, 2. you, 3. he/she/it, 4. we, 5. you, 6. they
-
the light (little light)
Vertaal Matrix voor light:
Verwante woorden van "light":
Synoniemen voor "light":
Antoniemen van "light":
Verwante definities voor "light":
Wiktionary: light
light
Cross Translation:
adjective
light
-
of little significance
- light → triviaal; onbelangrijk
-
low in fat, calories, alcohol, salt, etc.
- light → licht
-
of low weight
- light → licht
-
coffee: served with extra milk or cream
- light → verkeerd
-
pale in colour
- light → licht
-
having light
- light → lichtgevend; lichtend; helder; licht
-
to illuminate
- light → bijlichten; lichten
-
to start (a fire)
- light → aansteken
verb
noun
adjective
Cross Translation:
From | To | Via |
---|---|---|
• light | → licht | ↔ leicht — ein geringes Gewicht habend |
• light | → klaar; hel; helder; licht; lichtend; duidelijk; uitgesproken; zuiver | ↔ clair — Qui a l’éclat du jour, de la lumière. |
• light | → aanmaken; aansteken; doen ontbranden; ontsteken; stoken | ↔ enflammer — mettre en flamme. |
• light | → licht; zwak | ↔ faible — personne qui manquer de puissance, de ressources. |
• light | → bijtend; doordringend; fel; guur; schel; scherp; schril; snerpend; fijn; spitsvondig; subtiel; ad rem; geestig; gevat; snedig; gekuist | ↔ fin — délié, menu, mince ou étroit. |
• light | → helder; licht; lichtend | ↔ lumineux — Qui a, qui jette de la lumière. |
• light | → licht; schijn; schijnsel | ↔ lumière — physique|fr radiation électromagnétique qui peut produire une sensation visuelle. |
• light | → licht | ↔ léger — Dont le poids est faible, qui ne pèse guère. |
• light | → verlichten; verhelderen; bijlichten | ↔ éclairer — apporter de la lumière dans un endroit sombre. |
Computer vertaling door derden: