Engels

Uitgebreide vertaling voor knack (Engels) in het Nederlands

knack:

knack [the ~] zelfstandig naamwoord

  1. the knack (feeling)
    feeling; het gevoel; aanvoelen
    • feeling [znw.] zelfstandig naamwoord
    • gevoel [het ~] zelfstandig naamwoord
    • aanvoelen [znw.] zelfstandig naamwoord
  2. the knack (ability; skill; dexterity; adroitness)
    de vaardigheid; de bekwaamheid
  3. the knack (dexterity; art; trick; )
    de kunst; de behendigheid; de truc; de handigheid; het kunstje; de kunstgreep
    • kunst [de ~ (v)] zelfstandig naamwoord
    • behendigheid [de ~ (v)] zelfstandig naamwoord
    • truc [de ~ (m)] zelfstandig naamwoord
    • handigheid [de ~ (v)] zelfstandig naamwoord
    • kunstje [het ~] zelfstandig naamwoord
    • kunstgreep [de ~ (m)] zelfstandig naamwoord
  4. the knack (ability; skill)
    de handigheid
  5. the knack (trick; sleight of hand; gimmick)
    het kunstje; het foefje; de truc; de kneep; het kneepje; het maniertje
    • kunstje [het ~] zelfstandig naamwoord
    • foefje [het ~] zelfstandig naamwoord
    • truc [de ~ (m)] zelfstandig naamwoord
    • kneep [de ~] zelfstandig naamwoord
    • kneepje [het ~] zelfstandig naamwoord
    • maniertje [het ~] zelfstandig naamwoord

Vertaal Matrix voor knack:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
aanvoelen feeling; knack
behendigheid ability; adroitness; agility; art; dexterity; knack; skill; trick
bekwaamheid ability; adroitness; dexterity; knack; skill ability; aptitude; capability; capacity; gift; ingenuity; natural ability; quality; talent
feeling feeling; knack
foefje gimmick; knack; sleight of hand; trick
gevoel feeling; knack compassion; emotion; excitement; feeling; instinct; intuition; passion; perception; sensation; sentiment; touch
handigheid ability; adroitness; agility; art; dexterity; knack; skill; trick handiness
kneep gimmick; knack; sleight of hand; trick handiness; pinch
kneepje gimmick; knack; sleight of hand; trick
kunst ability; adroitness; agility; art; dexterity; knack; skill; trick handiness
kunstgreep ability; adroitness; agility; art; dexterity; knack; skill; trick manoeuver; manoeuvre; ruse; trick
kunstje ability; adroitness; agility; art; dexterity; gimmick; knack; skill; sleight of hand; trick
maniertje gimmick; knack; sleight of hand; trick
truc ability; adroitness; agility; art; dexterity; gimmick; knack; skill; sleight of hand; trick gimmicks; handiness; ruse; stunts; trick; trickery
vaardigheid ability; adroitness; dexterity; knack; skill skill
- bent; hang
WerkwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
aanvoelen anticipate; sense

Verwante woorden van "knack":

  • knacks

Synoniemen voor "knack":


Verwante definities voor "knack":

  1. a special way of doing something1
    • he had a special knack for getting into trouble1