Overzicht
Engels naar Nederlands: Meer gegevens...
- justified:
- justify:
-
Wiktionary:
- justify → uitlijnen, rechtvaardigen
- justify → excuseren, verontschuldigen, verschonen, billijken, in het gelijk stellen, rechtvaardigen, begenadigen, vergeven, motiveren
Engels
Uitgebreide vertaling voor justified (Engels) in het Nederlands
justified:
-
justified (lawful; legitimate; rightful; warranted)
rechtvaardig; billijk; rechtmatig; wettig; gewettigd; wetmatig-
rechtvaardig bijvoeglijk naamwoord
-
billijk bijvoeglijk naamwoord
-
rechtmatig bijvoeglijk naamwoord
-
wettig bijvoeglijk naamwoord
-
gewettigd bijvoeglijk naamwoord
-
wetmatig bijvoeglijk naamwoord
-
-
justified (legitimate; warranted; well-founded; reasoned)
-
justified (legitimate; warranted)
gerechtvaardigd; billijk; rechtmatig-
gerechtvaardigd bijvoeglijk naamwoord
-
billijk bijvoeglijk naamwoord
-
rechtmatig bijvoeglijk naamwoord
-
Vertaal Matrix voor justified:
Verwante woorden van "justified":
Synoniemen voor "justified":
Verwante definities voor "justified":
justify:
-
to justify (answer for)
-
to justify (answer for)
-
to justify (prove; verify; demonstrate)
-
to justify (explain away)
-
to justify
– To adjust horizontal spacing so that text is aligned evenly along both the left and right margins. Justifying text creates a smooth edge on both sides. 2
Conjugations for justify:
present
- justify
- justify
- justifies
- justify
- justify
- justify
simple past
- justified
- justified
- justified
- justified
- justified
- justified
present perfect
- have justified
- have justified
- has justified
- have justified
- have justified
- have justified
past continuous
- was justifying
- were justifying
- was justifying
- were justifying
- were justifying
- were justifying
future
- shall justify
- will justify
- will justify
- shall justify
- will justify
- will justify
continuous present
- am justifying
- are justifying
- is justifying
- are justifying
- are justifying
- are justifying
subjunctive
- be justified
- be justified
- be justified
- be justified
- be justified
- be justified
diverse
- justify!
- let's justify!
- justified
- justifying
1. I, 2. you, 3. he/she/it, 4. we, 5. you, 6. they
Vertaal Matrix voor justify:
Zelfstandig Naamwoord | Verwante vertalingen | Andere vertalingen |
staven | barriers; bars | |
Werkwoord | Verwante vertalingen | Andere vertalingen |
aantonen | demonstrate; justify; prove; verify | |
bewijzen | demonstrate; justify; prove; verify | |
goedpraten | explain away; justify | |
rechtpraten | explain away; justify | |
rechtvaardigen | answer for; justify | |
staven | demonstrate; justify; prove; verify | assent to; confirm; endorse |
uitvullen | justify | |
verantwoorden | answer for; justify | |
wettigen | answer for; justify | |
- | absolve; apologise; apologize; excuse; free; rationalise; rationalize; vindicate; warrant |
Verwante woorden van "justify":
Synoniemen voor "justify":
Antoniemen van "justify":
Verwante definities voor "justify":
Wiktionary: justify
justify
Cross Translation:
verb
justify
-
arrange lines on a page or computer screen
- justify → uitlijnen
-
provide an acceptable explanation
- justify → rechtvaardigen
-
give a good, acceptable reason for something
- justify → rechtvaardigen
verb
-
onderbouwen volgens bepaalde ethische beginselen
Cross Translation:
From | To | Via |
---|---|---|
• justify | → excuseren; verontschuldigen; verschonen; billijken; in het gelijk stellen; rechtvaardigen; begenadigen; vergeven | ↔ excuser — disculper dans une certaine mesure, présenter une personne ou une action comme moins coupable qu’elle ne sembler. |
• justify | → rechtvaardigen | ↔ justifier — prouver qu’une chose n’était pas fausse |
• justify | → rechtvaardigen | ↔ justifier — montrer la vérité de ce qu’on avance |
• justify | → motiveren; rechtvaardigen | ↔ motiver — apporter de la motivation. |