Overzicht
Engels naar Nederlands: Meer gegevens...
- justice:
-
Wiktionary:
- justice → recht, raadsheer, gerecht, justitie, rechtsbedeling, berechting, gerechtigheid, rechtvaardigheid
- justice → gerechtigheid, justitie, gerechtsgebouw, gerecht
Engels
Uitgebreide vertaling voor justice (Engels) in het Nederlands
justice:
-
the justice (right; righteousness)
-
the justice (administration of justice; jurisdiction; jurisprudence)
-
the justice
Vertaal Matrix voor justice:
Zelfstandig Naamwoord | Verwante vertalingen | Andere vertalingen |
eigenschap van rechtvaardigheid | justice | |
gerechtigheid | justice; right; righteousness | |
recht | administration of justice; jurisdiction; jurisprudence; justice; right; righteousness | claim; common law; customary law; demand; legal ground; legal title; ownership; title; unwritten law |
rechtspleging | administration of justice; jurisdiction; jurisprudence; justice | |
rechtspraak | administration of justice; jurisdiction; jurisprudence; justice | courts and tribunals |
rechtvaardigheid | justice | |
- | judge; jurist; justness | |
Bijvoeglijk Naamwoord | Verwante vertalingen | Andere vertalingen |
recht | bolt upright; dead straight; erect; perpendicular; straight | |
Over | Verwante vertalingen | Andere vertalingen |
- | honesty; justness; righteousness; uprightness |
Verwante woorden van "justice":
Synoniemen voor "justice":
Antoniemen van "justice":
Verwante definities voor "justice":
Wiktionary: justice
justice
Cross Translation:
noun
justice
-
correctness
- justice → recht
-
a judge of certain courts
- justice → raadsheer
-
the civil power dealing with law
-
judgment and punishment of who wronged another
- justice → recht; rechtsbedeling; berechting; gerechtigheid
-
fairness, especially with regard to punishment
- justice → recht; rechtvaardigheid; gerechtigheid
-
state of being just or fair
- justice → rechtvaardigheid; gerechtigheid
noun
-
de overeenstemming met bepaalde ethische beginselen
Cross Translation:
From | To | Via |
---|---|---|
• justice | → gerechtigheid | ↔ Gerechtigkeit — Einstellung, Prinzip, Zustand, bei denen jede Person das erhalten, was ihr zustehen |
• justice | → justitie | ↔ Justiz — rechtsprechende Gewalt |
• justice | → gerechtsgebouw; gerecht | ↔ tribunal — siège du juge, du magistrat. |