Overzicht
Engels naar Nederlands:   Meer gegevens...
  1. juror:


Engels

Uitgebreide vertaling voor juror (Engels) in het Nederlands

juror:

juror [the ~] zelfstandig naamwoord

  1. the juror (member of the jury; juryman; jurywoman)
    het jurylid; de gezworene
  2. the juror (sworn person; sworn appraiser; oath taker)
    beëdigde; de gezworene

Vertaal Matrix voor juror:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
beëdigde juror; oath taker; sworn appraiser; sworn person
gezworene juror; juryman; jurywoman; member of the jury; oath taker; sworn appraiser; sworn person
jurylid juror; juryman; jurywoman; member of the jury
- juryman; jurywoman

Verwante woorden van "juror":

  • jurors

Synoniemen voor "juror":


Verwante definities voor "juror":

  1. someone who serves (or waits to be called to serve) on a jury1

Computer vertaling door derden: